Overslaan en naar de inhoud gaan
Logo Staat van Utrecht; naar homepagina van Staat van Utrecht

Upper menu

  • Zoeken
  • Default
  • Hoog contrast
Hoofdnavigatie
  • Home
  • Thema's
  • Databank
  • Specials
  • Brede Welvaart
  • Over Staat van Utrecht
  • Zoeken
  • Default
  • Hoog contrast

Kruimelpad

  1. Home
  2. Thema's
  3. Wonen
  4. Woondichtheid en woningvoorraad

Woondichtheid en woningvoorraad

Toename bebouwde ruimte deze eeuw grootst in Randstad  

Het CBS heeft in 2022 nieuwe analyses uitgevoerd met betrekking tot het bodemgebruik in Nederland. Tussen 2000 en 2017 is er in Nederland 45,6 duizend hectare bebouwd terrein bij gekomen: iets minder dan de oppervlakte van de gemeenten Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, De Ronde Venen én Stichtse Vecht bij elkaar. De provincie heeft de regie over de ruimtelijke ordening en geeft in overleg met de betrokken gemeenten aan welke ruimte gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld woningbouw. Tussen 2000 en 2017 kreeg ruim 2 procent van de totale oppervlakte van Nederland (het overgrote deel agrarisch terrein) een ander gebruiksdoel. Van de bebouwing die er tussen 2000 en 2017 is bijgekomen ligt 37% in de Randstad.  

De toename van de bebouwde ruimte is in de Randstadprovincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland het grootst als deze ruimte wordt afgezet tegen de landoppervlakte. In Nederland is de bebouwde ruimte gemiddeld 15 procent, in Zuid-Holland groeide de bebouwde ruimte naar 29 procent.  

Oppervlakte bebouwde ruimte  

  2017 (% van landoppervlakte)  2000 (% van landoppervlakte) 
Zuid-Holland  29,1  26,3 
Noord-Holland  22,6  20,3 
Utrecht  20,4  18,2 
Limburg  18,6  16,8 
Noord-Brabant  16,9  15,1 
Gelderland  13,2  11,8 
Overijssel  11,3  10,0 
Zeeland  11,0  9,8 
Groningen  10,0  9,0 
Flevoland  9,3  7,4 
Drenthe  8,8  7,9 
Fryslân  8,1  7,2 

 

In alle provincies is het aandeel woongebied gegroeid: voornamelijk in gemeenten met VINEX-wijken. Na Flevoland was Utrecht de snelstgroeiende gemeente qua woongebied tussen 2000 en 2017. Wat betreft de gemeenten binnen de provincie Utrecht zorgden met name de gemeente Houten (40%) en de gemeente Utrecht (30%) voor groei van het woongebied.  

Groei woongebied, 2000-2017 

  Groei woongebied (%) 
Flevoland  25,3 
Utrecht  13,7 
Overijssel  13,6 
Zuid-Holland  13,5 
Gelderland  13,0 
Fryslân  12,7 
Zeeland  12,4 
Drenthe  11,7 
Noord-Brabant  11,4 
Groningen  10,7 
Noord-Holland  10,0 
Limburg  8,1 

 

Van alle provincies zijn de bedrijventerreinen in de provincie Utrecht daarentegen het minst hard gegroeid in de periode van 2000-2017. In de provincies Groningen en Flevoland was de groei van bedrijventerreinen ook beperkt. De bedrijventerreinen groeiden met name in de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant: vooral door de aanleg van de Tweede Maasvlakte.  

Groei bedrijventerrein, 2000-2017 

  Oppervlakte in 2000 (x 1 000 hectare)  Uitbreiding 2000-2017 (x 1 000 hectare) 
Zuid-Holland  13,34  2,92 
Noord-Brabant  13,17  2,97 
Gelderland  8,48  2,12 
Noord-Holland  8,44  1,62 
Limburg  5,84  1,27 
Overijssel  5,23  1,33 
Utrecht  3,98  0,63 
Fryslân  3,09  1,16 
Zeeland  2,93  0,87 
Groningen  2,88  0,65 
Drenthe  2,34  0,73 
Flevoland  1,56  0,66 

 

Provincie Utrecht heeft hoge bevolkingsdichtheid

Gemiddeld wonen er in Nederland 519 inwoners op één vierkante kilometer. Voor de provincie Utrecht geldt een veel hoger cijfer, namelijk 916. Utrecht komt daarmee op de derde plaats van meest dichtbevolkte provincies in ons land, na Zuid-Holland (1.380 inwoners per km2) en Noord-Holland (1.084 inwoners per km2). De dunst bevolkte provincies van ons land zijn Friesland (195 inwoners per km2) en Zeeland (216 inwoners per km2).

Binnen de provincie Utrecht zijn de gemeenten Utrecht (3.830), Veenendaal (3.438) en Nieuwegein (2.717) het dichtst bevolkt. De minste inwoners per vierkante kilometer wonen er in de gemeenten Lopik (191), Oudewater (261), Eemnes en Renswoude (ieder 302).

Bevolkingsdichtheid naar provincie (2021). Bron: CBS.

 Provincie Totale bevolking Bevolkingsdichtheid - Aantal inwoners per km2
Groningen 586.937 253
Fryslân 651.435 195
Drenthe 494.771 188
Overijssel 1.166.533 351
Flevoland 428.226 303
Gelderland 2.096.603 422
Utrecht 1.361.153 916
Noord-Holland 2.888.486 1.084
Zuid-Holland 3.726.050 1.380
Zeeland 385.400 216
Noord-Brabant 2.573.949 525
Limburg 1.115.872 520
Nederland totaal 17.475.415 519

 

 

Bevolkingsdichtheid in provincie Utrecht (2021)
  Totale bevolking Bevolkingsdichtheid - Aantal inwoners per km2
Amersfoort 157.462 2.514
Baarn 24.792 762
De Bilt 43.384 656
Bunnik 15.341 415
Bunschoten 22.019 725
Eemnes 9.362 302
Houten 50.223 914
IJsselstein 33.819 1.605
Leusden 30.544 522
Lopik 14.456 191
Montfoort 13.896 370
Nieuwegein 63.866 2.717
Oudewater 10.138 261
Renswoude 5.556 302
Rhenen 20.203 480
De Ronde Venen 44.720 448
Soest 46.906 1.014
Stichtse Vecht 65.108 678
Utrecht (gemeente) 359.370 3.830
Utrechtse Heuvelrug 49.946 378
Veenendaal 66.912 3.438
Vijfheerenlanden 57.829 395
Wijk bij Duurstede 23.925 502
Woerden 52.694 595
Woudenberg 13.639 373
Zeist 65.043 1.341
Bron: CBS

 

Indeling provincie en Utrechtse gemeenten naar stedelijkheidsklassen 

Alle inwoners ingedeeld naar stedelijkheidsklasse 

Het CBS deelt alle inwoners van Nederland in naar stedelijkheidsklassen. Hierbij gaat het niet zozeer om ‘hoe groot de gemeente is’ waar men woont, maar om de adressen-dichtheid per vierkante kilometer. Iemand kan dus in een sterk verstedelijkt gebied wonen, terwijl het toch om een gemeente gaat van geringe omvang. Andersom kan ook: iemand woont in een grote gemeente (bijvoorbeeld Utrecht) maar woont volgens de CBS-normering toch ‘weinig stedelijk’. Het CBS hanteert de navolgende criteria voor de stedelijkheidsklassen: 

  • Zeer sterkte stedelijkheid: 2500 adressen of meer per km2 
  • Sterke stedelijkheid: 1500-2500 adressen per km2 
  • Matige stedelijkheid: 1000-1500 adressen per km2 
  • Weinig stedelijkheid: 500-1000 adressen per km2 
  • Niet stedelijk: minder dan 500 adressen per km2 

Provincie Utrecht sterker verstedelijkt dan Nederland gemiddeld 

Voor Nederland als totaal geldt dat 24% van de bevolking zeer sterk stedelijk woont, 25% sterk stedelijk, 17% matig stedelijk, 17% weinig stedelijk en 17% niet stedelijk. De provincie Utrecht wijkt hierin af doordat zij relatief meer bewoners heeft die sterk stedelijk wonen (32% ten opzichte van 25% in heel Nederland) en relatief minder bewoners heeft die niet stedelijk wonen (9% ten opzichte van 17% in heel Nederland). De provincie Utrecht kan als relatief sterker verstedelijkt worden aangeduid dan Nederland gemiddeld. 

Bevolkingssamenstelling provincies naar stedelijkheidsklasse (2021)           
  Zeer sterk stedelijk  sterk stedelijk  Matig stedelijk  Weinig stedelijk  Niet stedelijk 
Nederland  24%  25%  17%  17%  17% 
Groningen  22%  11%  14%  20%  33% 
Fryslân  8%  11%  14%  22%  45% 
Drenthe  2%  12%  18%  23%  45% 
Overijssel   12%  23%  19%  23%  22% 
Flevoland  2%  39%  26%  20%  12% 
Gelderland  9%  23%  23%  22%  23% 
Utrecht  25%  32%  18%  15%  9% 
Noord-Holland  43%  26%  13%  10%  8% 
Zuid-Holland  43%  30%  13%  9%  6% 
Zeeland  6%  16%  13%  26%  38% 
Noord-Brabant  15%  25%  21%  22%  18% 
Limburg  9%  25%  19%  23%  25% 

Bron: CBS 

Utrechtse gemeenten naar stedelijkheidsklassen 

Voor de gemeenten Utrecht (67%), Veenendaal (36%) en Amersfoort (30%) geldt dat zij bovengemiddeld veel inwoners hebben die ‘zeer sterk verstedelijkt’ wonen, dat wil zeggen in een gebied met meer dan 2500 adressen per vierkante kilometer. Voor Nederland gemiddeld gaat het om 24% van alle inwoners. 

Utrechtse gemeenten met een relatief sterk stedelijk karakter zijn Houten (60%), Nieuwegein (57%) en IJsselstein (54%). De percentages staan voor het aantal inwoners dat in een gebied woont met 1500 tot 2500 adressen per vierkante kilometer. Voor Nederland gemiddeld gaat het om 25% van alle inwoners. 

Gemeenten met een matig stedelijk karakter (1000-1500 adressen per vierkante kilometer) zijn Woudenberg (52%), Eemnes en Oudewater (44%). Gemiddeld in Nederland woont 17% in een dergelijke stedelijkheidsklasse. 

Weinig stedelijk (500-1000 adressen per vierkante kilometer) zijn vooral de gemeenten Bunnik (75%), Renswoude (64%) en Montfoort (58%). Gemiddeld in Nederland gaat het om 17% van de inwoners die zo woont. Niet stedelijk wonen vindt vooral plaats in de Utrechtse gemeenten Lopik (62%), Renswoude (36%) en Vijfheerenlanden (35%). Gemiddeld in Nederland woont 17% van de inwoners in een gebied met een dergelijke adres-dichtheid van minder dan 500 per vierkante kilometer. 

Bevolkingssamenstelling Utrechtse gemeenten naar stedelijkheidsklasse (2021)           
  Zeer sterk stedelijk  sterk stedelijk  Matig stedelijk  Weinig stedelijk  Niet stedelijk 
Amersfoort  30%  51%  13%  5%  2% 
Baarn  5%  51%  25%  12%  6% 
De Bilt  0%  46%  17%  22%  16% 
Bunnik  0%  0%  0%  75%  25% 
Bunschoten  0%  32%  34%  29%  6% 
Eemnes  0%  0%  44%  49%  7% 
Houten  0%  60%  21%  11%  7% 
IJsselstein  13%  54%  30%  2%  2% 
Leusden  0%  41%  20%  26%  13% 
Lopik  0%  0%  0%  38%  62% 
Montfoort  0%  0%  22%  58%  20% 
Nieuwegein  21%  57%  17%  5%  1% 
Oudewater  0%  0%  44%  34%  22% 
Renswoude  0%  0%  0%  64%  36% 
Rhenen  0%  8%  41%  28%  23% 
De Ronde Venen  0%  15%  27%  40%  18% 
Soest  1%  45%  30%  19%  6% 
Stichtse Vecht  0%  36%  25%  18%  21% 
Utrecht (gemeente)  67%  22%  7%  3%  0% 
Utrechtse Heuvelrug  0%  10%  15%  53%  23% 
Veenendaal  36%  38%  16%  9%  2% 
Vijfheerenlanden  0%  14%  33%  18%  35% 
Wijk bij Duurstede  0%  23%  43%  8%  26% 
Woerden  3%  34%  23%  25%  15% 
Woudenberg  0%  0%  52%  37%  11% 
Zeist  16%  43%  17%  13%  10% 
Bron: CBS           

Provincie Utrecht heeft hoogste percentage woonterrein van Nederland

In heel Nederland is ongeveer 6% van het grondoppervlak in gebruik voor wonen, voor de provincie Utrecht ligt dat op 11%, waarmee het de hoogste score is van heel Nederland. Het gebruik van oppervlak voor wonen wordt hier (volgens CBS-standaard) breed opgevat en bevat niet alleen grond voor woningen zelf, maar ook voor primaire voorzieningen als (buurt)winkels, scholen voor kleuter- en basisonderwijs, straten, kleinere groenvoorzieningen en dergelijke. Van alle provincies hebben Flevoland en Zeeland het laagste aandeel woonterrein, namelijk 2%.

Binnen de provincie Utrecht hebben de gemeenten Veenendaal (38%), Amersfoort (28%) en Nieuwegein (28%) het grootste aandeel woonterrein,  de gemeenten Lopik (2%) en Oudewater (3%) hebben het laagste aandeel.

Bron: CBS

Woonterrein per gemeente als deel van totale oppervlakte (2015)

 

 

Totale oppervlakte Woonterrein Percentage woonterrein
  ha ha  
Amersfoort

6.386

1.782

28%

Baarn

3.301

399

12%

De Bilt

6.713

851

13%

Bunnik

3.757

228

6%

Bunschoten

3.481

276

8%

Eemnes

3.370

154

5%

Houten

5.899

614

10%

IJsselstein

2.168

406

19%

Leusden

5.889

447

8%

Lopik

7.898

144

2%

Montfoort

3.820

182

5%

Nieuwegein

2.565

714

28%

Oudewater

4.010

114

3%

Renswoude

1.851

66

4%

Rhenen

4.376

304

7%

De Ronde Venen

11.698

586

5%

Soest

4.643

739

16%

Stichtse Vecht

10.682

788

7%

Utrecht (gemeente)

9.921

2.532

26%

Utrechtse Heuvelrug

13.409

918

7%

Veenendaal

1.972

752

38%

Vijfheerenlanden

15.331

666

4%

Wijk bij Duurstede

5.025

299

6%

Woerden

9.292

612

7%

Woudenberg

3.682

169

5%

Zeist

4.865

1.036

21%

Bron: CBS

Databank

In de databank vindt u ondere andere de indicatoren:

  • Bevolkingsdichtheid
  • Gem. woningbezetting

Meer weten?

https://monitorwonen.provincie-utrecht.nl

Wonen
Submenu Thema's
  • Wonen en duurzaamheid
  • Woondichtheid en woningvoorraad
  • Woningbehoefte
  • Woontevredenheid en leefbaarheid
  • Koop- en huurwoningmarkt

Volg ons op