Overslaan en naar de inhoud gaan
Logo Staat van Utrecht; naar homepagina van Staat van Utrecht
Hoofdnavigatie
  • Home
  • Thema's
  • Databank
  • Specials
  • Over Staat van Utrecht
  • Zoeken
  • Default
  • Hoog contrast

Kruimelpad

  1. Home
  2. Thema's
  3. Wonen
  4. Woningbehoefte

Woningbehoefte

Zelfstandig en zorggerelateerd wonen ouderen

De woonsituatie van ouderen brengt, anders dan die voor volwassenen in het algemeen, een aantal extra vraagstukken met zich mee. Een van de belangrijkste vragen is: hoelang kan een oudere nog zelfstandig geacht worden te wonen als er serieuze zorgbehoeften spelen? Tot wanneer is de woning van een oudere geschikt om te bewonen (gelet op veiligheidsaspecten en toegankelijkheid) en tot wanneer is het zelfstandig wonen van de oudere nog wenselijk gezien diens zorgbehoeften? Wonen gaat dus én over ‘stenen’ én over ‘veiligheid en zorg’.

Het overheidsbeleid is de afgelopen decennia sterk gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen van ouderen. Vooralsnog wordt dit beleid ook de komende decennia voorgestaan. Het aandeel ouderen dat in een instelling woont, is in de afgelopen twintig jaar sterk teruggelopen. Op dit moment woont 95% van de 70-plussers in Nederland zelfstandig, en 5% in een instelling. Utrechtse gemeenten waar dit aandeel hoger ligt zijn Zeist (9%), Baarn (8%) en Utrechtse Heuvelrug (7%). Gemeenten waar dit aandeel lager ligt zijn Eemnes en Renswoude (1%) en Montfoort, Nieuwegein, Lopik en De Ronde Venen (2%).

Lang niet alle huidige woningen van senioren zijn geschikt voor bewoning als de (lichamelijke) conditie achteruit gaat. In het geval verhuizen (nog) geen wens of optie is wordt gekeken naar de noodzaak om bijvoorbeeld drempels te verwijderen, deuren te verbreden of een traplift aan te brengen. IVVU/Sinfore (2022) heeft onderzocht in welke mate woningen in de provincie Utrecht geschikt zijn voor ouderen (75+) in 2040, er van uitgaande dat bewoners in de tussentijd niet verhuizen of overlijden. Er wordt daarbij een driedeling gehanteerd: (a) geschikte of aanpasbare woning nabij voorzieningen (b) geschikte of aanpasbare woning niet nabij voorzieningen en (c) ongeschikte woningen. Uit het onderzoek blijkt dat in 2020 16% van de 75+huishoudens in een woning woont die ongeschikt is voor de bewoning door ouderen en ook niet aangepast kan worden. In 2040 komt dit cijfer uit op 12%.

Woonsituatie van personen van 70 jaar en ouder naar zelfstandig wonend of wonend in instelling (2021)

  

 

Zelfstandig wonend

Wonend in een instelling

Zelfstandig wonend

Wonend in een instelling

 

aantal

aantal per 1 000 inwoners (70+)

Totaal Nederland

   2.384.735

    117.870

     953

     47

Amersfoort

    16.350

     895

948

52

Baarn

    4.190

     345

924

76

Bunnik

    2.495

     80

969

31

Bunschoten

    2.505

     160

940

60

De Bilt

    7.395

     525

934

66

De Ronde Venen

    6.810

     150

978

22

Eemnes

    1.415

     15

988

12

Houten

    5.040

     180

966

34

IJsselstein

    4.275

     215

952

48

Leusden

    4.750

     220

956

44

Lopik

    1.755

     40

978

22

Montfoort

    2.045

     35

982

18

Nieuwegein

    9.095

     175

981

19

Oudewater

    1.555

     80

950

50

Renswoude

     605

     10

987

13

Rhenen

    3.130

     135

959

41

Soest

    7.810

     210

974

26

Stichtse Vecht

    9.355

     410

958

42

Utrecht

    25.200

    1.450

946

54

Utrechtse Heuvelrug

    8.720

     660

930

70

Veenendaal

    8.465

     395

956

44

Vijfheerenlanden

    8.030

     520

939

61

Wijk bij Duurstede

    3.335

     100

971

29

Woerden

    7.160

     295

961

39

Woudenberg

    1.800

     85

954

46

Zeist

    9.410

     910

912

88

Bron: CBS

Behoefte van ouderen om in vertrouwde omgeving te blijven wonen

Het CBS laat zien dat onder de 55-plussers in heel Nederland met name flats, appartementen en tussenwoningen populair zijn. Tien procent van deze groep woont naar eigen zeggen in een seniorenwoning. Een derde van de 55-plussers – en bijna een kwart van de 75-plussers – vindt de eigen woning op dit moment niet of minder geschikt bij gezondheids- of ouderdomsklachten. De woning aanpassen heeft voor de meesten de voorkeur boven verhuizen. Van alle 55-plussers zegt 56 procent niet te willen verhuizen, tenzij het niet anders kan. De aanstaande vergrijzing brengt volgens deskundigen de vraag met zich mee of er ook specifiek woningen voor ouderen gebouwd moeten worden. Vanuit het idee dat een doorstroming van ouderen zal leiden tot een versneld aanbod van eengezinswoningen in de stadsregio. Tegelijkertijd is echter ook duidelijk dat ouderen nauwelijks willen verhuizen. Het Planbureau voor de Leefomgeving stelt dat als er voor ouderen gebouwd gaat worden, dit het beste in bestaande buurten kan gebeuren, gezien de gehechtheid van ouderen aan hun buurt. Nieuwbouw voor ouderen betekent volgens het kenniscentrum dus niet alleen maatwerk in kwantiteit en kwaliteit, maar ook in locatie. Echter, juist vanwege de geringe verhuismobiliteit van ouderen bestaat vooral een grote aanpassingsopgave: het geschikt maken van de huidige woningen voor oudere bewoners die mogelijk te maken krijgen met allerlei fysieke beperkingen. Daarnaast zal rekening gehouden moeten worden met een hernieuwde behoefte aan winkels en andere voorzieningen in de directe omgeving.

Bron: CBS (2020); 55-plussers over hun (toekomstige) woning, PBL (2017); De grijze groeikern

Woonbehoeften van 55+’ers

Als het gaat om de woonbehoefte van 55+’ers denkt een ruime meerderheid dat hun woning op dit moment geschikt is om in te blijven wonen bij gezondheids- of ouderdomsklachten. Mocht deze woning niet geschikt zijn, dan zeggen ze vaker de voorkeur te geven aan het aanpassen van de woning dan aan verhuizen, waarbij de traplift de meest overwogen aanpassing is. Echter, het grootste deel van de 55+’ers (bijna 40%) weet nog niet wat ze zouden doen in die situatie. Een prettige eigen woning, gevolgd door een prettige woonbuurt zijn de meest genoemde redenen voor 55-plussers om niet te willen verhuizen.

Wat de woonsituatie van 75+’ers betreft: 92% woonde in 2018 nog zelfstandig in heel Nederland. In de gemeente Zeist wonen relatief veel inwoners op dat moment niet meer zelfstandig (87%). Dat kan gerelateerd zijn aan de aanwezigheid van een relatief grote hoeveelheid woonvoorzieningen voor ouderen in de gemeente. In de gemeente Eemnes wonen (zo goed als) alle 75’+ers nog zelfstandig (100%).

Bron: 55-plussers liefst zo lang mogelijk in eigen woning (cbs.nl), CBS

    Aandeel personen van 75 jaar en ouder dat zelfstandig woont, naar gemeente in provincie Utrecht

     

    2017

    2018

    2019

    Amersfoort

    90%

    90%

    91%

    Baarn

    92%

    92%

    92%

    De Bilt

    89%

    90%

    90%

    Bunnik

    96%

    96%

    96%

    Bunschoten

    91%

    91%

    91%

    Eemnes

    100%

    99%

    100%

    Houten

    93%

    93%

    93%

    IJsselstein

    92%

    92%

    92%

    Leusden

    94%

    94%

    94%

    Lopik

    96%

    97%

    96%

    Montfoort

    98%

    96%

    96%

    Nieuwegein

    97%

    96%

    96%

    Oudewater

    88%

    91%

    91%

    Renswoude

    97%

    97%

    98%

    Rhenen

    95%

    96%

    96%

    De Ronde Venen

    96%

    96%

    97%

    Soest

    95%

    95%

    95%

    Stichtse Vecht (v.a. 2011)

    93%

    94%

    94%

    Utrecht

    91%

    91%

    91%

    Utrechtse Heuvelrug

    89%

    89%

    89%

    Veenendaal

    93%

    93%

    92%

    Vijfheerenlanden

    90%

    90%

    90%

    Wijk bij Duurstede

    94%

    93%

    94%

    Woerden

    93%

    92%

    93%

    Woudenberg

    94%

    94%

    93%

    Zeist

    86%

    87%

    87%

    Bron: CBS

      Theoretische woningbehoefte en planaanbod U-16 gemeenten, 2017-2040

       

      Theoretische* bruto woningbehoefte op basis van huishoudenprognoses

      Aantal woningen in planning in maart 2018

      Bunnik

      2.091

      795

      De Bilt

      2.077

      621

      De Ronde Venen

      3.830

      1.788

      Houten

      1.917

      1.909

      IJsselstein

      1.359

      202

      Lopik

      376

      341

      Montfoort

      334

      242

      Nieuwegein

      5.747

      4.504

      Oudewater

      685

      172

      Stichtse Vecht

      4.676

      1.577

      Utrecht

      59.626

      40.986

      Utrechtse Heuvelrug

      3.725

      1.138

      Vijfheerenlanden

      5.427

      3.967

      Woerden

      4.699

      4.008

      Wijk bij Duurstede

      2.488

      859

      Zeist

      5.133

      3.463

      Totaal U16

      104.190

      66.572

      *  Auteurs merken op dat de cijfers per gemeente niet gezien moeten worden als de opgave die de gemeenten voor zich moeten oplossen. De dynamiek in de regio overstijgt volgens hen gemeentegrenzen en het is mogelijk dat juist op plekken waar op basis van demografische gegevens de groei aan de lage kant is, de urgentie om te bouwen juist groot is om te voldoen aan de kwalitatieve vraag. Deze opgave is volgens opstellers van het rapport niet op te maken uit de hier gepresenteerde cijfers.

      Bron: Primos, Site Urban Development (2018)

      Meer woningen voor eenpersoonshuishoudens nodig in toekomst

      In de afgelopen decennia is de diversiteit aan huishoudensvormen toegenomen waardoor ook andere woningtypen nodig zijn dan we vroeger gewend waren. Voor de toekomst wordt een groei van het aandeel eenpersoonshuishoudens voorzien. Kijken we naar de woningtypen in de woningvoorraad dan zien we al een kleine verschuiving. In 2014 bedroeg het aandeel eengezinswoningen in de provincie  63,7% en het aandeel meergezinswoningen 36,3% van de totale woningvoorraad. In 2020 gaat het om 63,1% eengezinswoningen en 36,9% meergezinswoningen. Uitgesplitst naar de afzonderlijke gemeenten, zien we dat Utrecht het kleinst aandeel eengezinswoningen heeft (43,4%). In Eemnes (89,4%), Renswoude (86,9%) en Lopik (86,1%) is deze het hoogst.

      Bron: CBS

        Effect van doorstroommaatregelen op de woningmarkt

        Doorstroming op de woningmarkt zorgt er voor dat de woonvoorraad beter benut wordt naar gelang de woonbehoefte. Een onderzoek uit oktober 2019 van de Provincie Utrecht heeft aangetoond dat wanneer er maatregelen worden getroffen om doorstroming te bevorderen, de verhuisketen daarmee langer wordt. In essentie betekent dat dat meer mensen een geschikte woning kunnen vinden die past bij hun levensfase. Deze studie is uitgevoerd met 2 cases als uitgangspunt: een case bij een appartementencomplex in Nieuwegein waar voorrang werd verleend aan huurders die een eengezinskoopwoning achterlieten. Bij de andere case in IJsselstein, werden  woningen verhuurd aan huishoudens die een eengezinswoning achterlieten. 

        Bron: Provincie Utrecht (2019); Doorstroming op de woningmarkt

          Databank

          In de databank vindt u onder andere de indicatoren:

          •    Gem. wachttijd huurwoning •    Gem. zoektijd huurwoning

          Meer weten?

          https://monitorwonen.provincie-utrecht.nl

          Provincie Utrecht. 2018. Actieagenda woningmarkt 2018-2021

          Wonen
          Submenu Thema's
          • Woondichtheid en woningvoorraad
          • Woningbehoefte
          • Woontevredenheid en leefbaarheid
          • Koop- en huurwoningmarkt
          • Wonen en duurzaamheid

          Volg ons op