Overslaan en naar de inhoud gaan
Logo Staat van Utrecht; naar homepagina van Staat van Utrecht
Hoofdnavigatie
  • Home
  • Thema's
  • Databank
  • Specials
  • Over Staat van Utrecht
  • Zoeken
  • Default
  • Hoog contrast

Kruimelpad

  1. Home
  2. Thema's
  3. Mobiliteit
  4. Openbaar vervoer

Openbaar vervoer

COVID-19

OV-gebruik wereldwijd gedaald

Door de coronacrisis is er zowel binnen als buiten Nederland een duidelijke voorkeur waargenomen voor individuele vervoerwijzen (zoals fiets, auto e.d.) ten opzichte van collectieve vervoerwijzen (zoals OV). Het gebruik van het openbaar vervoer is wereldwijd zeer sterk gedaald en het is de vraag of na de pandemie het OV-gebruik weer terugkomt op het niveau van voor de crisis. Internationaal onderzoek laat zien dat er groepen mensen zijn die, om het OV te kunnen vermijden, over zijn gegaan tot de aanschaf van een auto of (e-)fiets.

Een belangrijke vraag is in hoeverre de daling van het OV-gebruik tijdens corona ook structurele effecten heeft op de langere termijn. In de Nederlandse context lijkt het overgrote deel van de reizigers te verwachten na corona weer het OV te gaan gebruiken. Uit onderzoek in het eerste coronajaar blijkt dat 70-80% van een groep respondenten verwacht het OV even vaak te gaan gebruiken als zij voor corona deden. Ongeveer 15%-30% zegt het OV veel minder vaak te gaan gebruiken: deze groep is wel beduidend groter dan de groep die verwacht na COVID-19 vaker dan voor corona van het OV gebruik te gaan maken. De prognose is dat het gebruik van het openbaar vervoer netto zal gaan afnemen én dat er ook andere keuzes gemaakt zullen worden in soorten vervoerswijzen. Dit kan leiden tot grotere autoafhankelijkheid. Daling in het OV-gebruik heeft overigens niet alleen te maken (gehad) met het feit dat meer mensen konden thuiswerken en dus geen vervoer nodig hadden, maar ook met de zorg die mensen voelden gemakkelijk besmet te kunnen raken in trein, tram en bus met het coronavirus. In die context wordt er door deskundigen ook gewezen op het feit dat het besmettingsrisico voor groepen in de bevolking ongelijk is. Groepen met lagere inkomens en lagere opleidingsniveaus zijn in het algemeen vaker aangewezen op het OV, en lopen derhalve meer risico op een coronabesmetting. Ook blijkt uit de (internationale) literatuur dat niet elke groep dezelfde zorgen ervaart over reizen met het OV. Meerdere studies tonen aan dat vrouwen zich gemiddeld genomen meer zorgen maken over de hygiëne in het OV dan mannen. Voor de provincie Utrecht geldt dat er op 12 december 2021 een nieuwe dienstregeling voor het Utrechtse openbaar vervoer in zal gaan en dat ondanks de impact van corona, bussen en trams even vaak zullen blijven rijden in het nieuwe jaar als in de oude dienstregeling.

Bron: Maatschappelijke impact van de coronapandemie in de provincie Utrecht. Een tussenstand. (Oktober 2021)

Grote verschillen tussen Utrechtse gemeenten in afstand tot treinstation

De gemiddelde afstand tot een treinstation in Nederland in 2019 is 5 kilometer. In de provincie Utrecht ligt het gemiddelde onder het landelijk gemiddelde: gemiddeld genomen ligt een treinstation hier op 3,9 kilometer afstand. Binnen de provincie bestaan echter grote verschillen tussen gemeenten. Zo hebben de gemeenten Baarn, Veenendaal en Utrecht een treinstation in minder dan 2 kilometer, terwijl inwoners van de gemeenten Wijk bij Duurstede (10,6 km), IJsselstein (11,2 km) en Lopik (15,1 km) gemiddeld ruim verder moeten reizen voor deze voorziening.

Bron: CROW, CBS

Gemiddelde afstand in kilometers tot treinstation gemeenten provincie Utrecht (2016-2019)

 

2016

2017

2018

2019

Amersfoort

2,6

2,6

2,6

2,5

Baarn

1,6

1,6

1,6

1,5

Bunnik

2,5

2,6

2,6

2,5

Bunschoten

9,2

9,2

9,2

9,1

De Bilt

2,5

2,4

2,5

2,5

De Ronde Venen

8,8

8,8

8,8

8,8

Eemnes

7,0

7,0

7,0

6,9

Houten

1,9

2,0

2,0

2,3

IJsselstein

11,3

11,2

11,2

11,2

Leusden

6,1

6,1

6,1

6,1

Lopik

15,2

15,2

15,7

15,1

Montfoort

7,4

7,4

8,0

7,2

Nieuwegein

7,5

7,3

7,3

7,4

Oudewater

9,7

9,7

10,3

9,6

Renswoude

4,6

4,6

4,6

4,6

Rhenen

2,6

2,6

2,6

2,7

Soest

2,2

2,1

2,1

2,1

Stichtse Vecht

3,1

3,1

3,1

3,2

Utrecht

1,9

1,7

1,7

1,7

Utrechtse Heuvelrug

4,4

4,4

4,4

4,4

Veenendaal

1,5

1,5

1,6

1,6

Vijfheerenlanden

 

 

 

6,9

Wijk bij Duurstede

10,6

10,6

10,6

10,6

Woerden

3,0

3,0

3,4

2,9

Woudenberg

5,1

5,2

5,3

5,2

Zeist

3,9

3,9

3,9

3,9

Bron: CROW, oorspronkelijke bron: CBS – nabijheid van voorzieningen

    Inwoners provincie Utrecht hebben bovengemiddeld aandeel OV-haltes of stations binnen bereik

    Uit de Staat van het OV 2019 van CROW blijkt dat in 2018 in Nederland gemiddeld 91,9% een ov-halte of station binnen bereik heeft. ‘Binnen bereik’ betekent dat er vanaf de woonplek binnen een straal van 500 meter een bus- of tramhalte gelegen is en/of binnen 1.000 meter een metro- of sneltramhalte en/of binnen 2.0000 meter een treinstation en/of binnen 3.000 meter een Intercitystation. Voor ov-autoriteit Utrecht ligt dit aandeel hoger op 95,5% en is stabiel sinds 2004. Utrecht neemt een derde plek in, na Vervoerregio Amsterdam (97,4%) en Metropoolregio Rotterdam Den Haag (97,5%).

    Bron: CROW (2019); Staat van het OV.

      Percentage van de bevolking met een OV-halte of station binnen bereik (2004-2018)

      OV-autoriteit

      2004

      2006

      2008

      2014

      2016

      2018

      Groningen

      92,3%

      91,3%

      92,1%

      92,4%

      92,1%

      91,4%

      Friesland

      87,8%

      87,1%

      85,0%

      86,4%

      86,6%

      87,0%

      Drenthe

      85,5%

      84,6%

      85,0%

      84,8%

      80,6%

      77,8%

      Overijssel

      87,9%

      88,1%

      88,1%

      88,3%

      88,5%

      88,2%

      Flevoland

      91,1%

      89,6%

      89,8%

      89,9%

      89,5%

      89,4%

      Gelderland

      86,2%

      85,5%

      87,8%

      88,3%

      88,4%

      88,2%

      Utrecht

      95,5%

      95,4%

      96,1%

      95,8%

      95,7%

      95,5%

      Noord-Holland

      95,3%

      95,2%

      95,3%

      95,1%

      95,4%

      94,7%

      Vervoerregio Amsterdam

      97,4%

      97,7%

      97,5%

      98,0%

      97,9%

      97,4%

      Zuid-Holland

      93,7%

      94,3%

      94,4%

      94,5%

      94,5%

      94,2%

      MRDH

      98,0%

      98,0%

      98,2%

      97,7%

      97,7%

      97,5%

      Zeeland

      82,1%

      84,4%

      86,2%

      86,9%

      85,2%

      85,1%

      Noord-Brabant

      88,3%

      88,1%

      88,9%

      89,4%

      89,4%

      89,2%

      Limburg

      91,3%

      91,3%

      92,6%

      92,8%

      92,5%

      91,3%

      Nederland

      91,8%

      91,6%

      92,2%

      92,4%

      92,3%

      91,9%

      Bron: CROW, Staat van het OV

        Databank

        In de databank vindt u ondere andere de indicatoren:

        • Percentage inwoners zonder ov-haltes in de omgeving
        • OV-tevredenheid burger

        Meer weten?

        www.kimnet.nl

        www.treinreiziger.nl

        www.crow.nl

        www.cbs.nl

        CROW. 2022. Staat van het regionale Openbaar Vervoer 2021

        Deltametropool et al. 2018. De knooppunten van de provincie Utrecht uitgelegd

        Mobiliteit
        Submenu Thema's
        • Ontwikkeling
        • Fiets
        • Auto
        • Openbaar vervoer
        • Duurzame mobiliteit
        • Verkeersveiligheid

        Volg ons op