Vervolgonderwijs
Aandeel NEET’s het hoogst in de gemeente Zeist
Het aandeel jongeren tussen de 15 en 27 jaar dat niet werkt en geen onderwijs volgt (NEET, ofwel Not in Employment, Education and Training) verschilt in 2022 en 2021 per gemeente. Zo is in 2022 het aandeel NEETs het hoogst in de gemeente Zeist (11%), gevolgd door de gemeenten Baarn, Utrecht en Utrechtse Heuvelrug (9%). In de gemeenten Bunschoten, Montfoort, Oudewater en Renswoude is het aandeel NEET’s het laagst met 4%. In 2022 zijn de verschillen tussen de gemeenten groter dan in 2021.
In Utrecht studeren relatief veel wo-studenten
Van alle leerlingen/studenten die in Nederland onderwijs volgen na de basisschool, is in het schooljaar 2022/2023* 42% leerling van het voortgezet onderwijs, 21% is mbo-student, 21% is hbo-student en 15% is student aan een universiteit (wo). Met name het aandeel wo-studenten is de afgelopen jaren toegenomen. Provinciaal zien we verschillen in deze verhouding die verklaard kunnen worden door het aanbod in type onderwijs in de verschillende provincies. In de provincie Utrecht zien we een iets hoger aandeel leerlingen van het voortgezet onderwijs en ook het aandeel wo-studenten is iets hoger (18%). Dit in tegenstelling tot de provincies Fryslân, Drenthe, Overijssel, Flevoland en Zeeland, waar het aandeel wo-studenten tussen de 4% en 9% ligt.
Ruim 36.000 studenten volgen in de provincie Utrecht een hbo-opleiding en ruim 32.000 studenten een universitaire studie. 10% van alle universiteitsstudenten in Nederland, volgt deze in Utrecht. Sinds 2010 schommelt het totaal aantal mbo-studenten in de provincie Utrecht. Het aantal hbo- en wo-studenten in de provincie Utrecht is sinds 2010 gestegen. Alleen in het schooljaar 2022/2023 lijken de aantallen iets te zijn gedaald ten opzichte van het vorige schooljaar.
Utrechtse mbo-studenten kiezen vergelijkbaar met het Nederlandse gemiddelde
Mbo-studenten kunnen hun studierichting kiezen binnen de sectoren landbouw, economie, techniek of zorg & welzijn. Soms kan er ook voor een combinatie van deze sectoren gekozen worden (dit geldt voor 4% van alle mbo-studenten). De keuzes voor deze sectoren zijn binnen de provincie Utrecht bijna gelijk aan die van Nederland gemiddeld; 3% kiest voor landbouw, 29% voor economie, 26% voor techniek, 37% voor zorg en welzijn en 4% voor een combinatie van sectoren.
Bron: CBS
Voortijdig schoolverlaters: verschillen tussen Utrechtse gemeenten worden kleiner
Voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of minimaal een mbo-2 diploma. Het percentage voortijdig schoolverlaters is in schooljaar 2021-2022* het hoogst in de gemeenten Utrechtse Heuvelrug (3,2%), Nieuwegein (3,1%) en Bunschoten (3,1%) en het laagst in Oudewater (1,3%), Bunnik, Montfoort en Woudenberg (1,6%). Ten opzichte eerdere schooljaren, zijn de verschillen tussen gemeenten kleiner geworden. Dat wil zeggen, de percentages zijn iets afgenomen bij de gemeenten waar het aandeel hoog was, maar toegenomen in de gemeente waar het laag was.
Databank
In de databank vindt u ondere andere de indicatoren:
- Deelnemers MBO provincie
- Deelnemers MBO provincie relatief
- Inschrijvingen HBO provincie
- Inschrijvingen HBO provincie relatief
- Inschrijvingen WO provincie
- Inschrijvingen WO provincie relatief