Bevolkingsprognose
Provincie Utrecht in 2050 meer dan 1,4 miljoen inwoners
Prognoses wijzen uit dat de totale bevolking in Nederland in 2050 gestegen zal zijn. Van de verwachte 18,5 miljoen inwoners in 2050 zal 7,9% uit Utrecht komen (1.464.200 inwoners). De grootste provincies zullen Zuid-Holland (4.198.700), Noord-Holland (3.201.700) en Noord-Brabant (2.747.000) zijn. De provincies met het minste aantal inwoners zullen Zeeland (383.100), Drenthe (475.800) en Flevoland (495.700) zijn. De provincies waarvan verwacht wordt dat ze het meest zullen groeien van 2022 tot 2050 zijn Flevoland (14,0%), Zuid-Holland (11,8%) en Noord-Holland (10,0%). De provincies met de grootste verwachte daling zijn Friesland (-5,5%), Groningen (-5,3%) en Drenthe (-4,4%). [Bron: CBS] staatvanutrecht.databank.nl
Meeste Utrechtse gemeenten groeien tot 2050
In 2022 heeft de provincie Utrecht zo’n 1.370.000 inwoners en volgens de prognose van PBL/CBS zal dit aantal stijgen tot bijna 1.464.200 in 2050. Voor 19 van de 25 Utrechtse gemeenten geldt dat er naar verwachting sprake zal zijn van bevolkingsgroei tot aan 2050, voor 6 gemeenten geldt dat er een (lichte) krimp verwacht wordt. Het gaat hierbij om De Ronde Venen (-2,6%), De Bilt (-1,9%), Lopik (-2,8%) Stichtse Vecht (-0,5%), IJsselstein en Montfoort (-0,1%). De grootst groeiende gemeenten zijn naar verwachting Woudenberg (23,3%), Utrecht (21,9%) en Bunschoten (16,0%). [Bron: CBS] staatvanutrecht.databank.nl
Groei vooral door migratie en stijgende levensduur
De bevolking groeit de komende decennia vooral doordat er meer mensen naar Nederland komen dan er vertrekken, maar ook door stijgende levensduur. Het lagere aantal geboortes en het hogere aantal overlijdens leidden in 2022 tot een lagere natuurlijke aanwas (geboorte minus sterfte) dan in een eerdere prognose van het CBS was verwacht. Ook in de volgende jaren ligt de verwachte natuurlijke aanwas iets lager. Na 2030 wordt juist een iets grotere aanwas voorzien dan in de vorige prognose, omdat de sterker dan verwachte toename van de immigratie op termijn ook tot extra geboortes leidt. Het omslagpunt van natuurlijke groei naar natuurlijke krimp vindt naar verwachting plaats in 2041, twee jaar later dan in eerdere prognoses.
Bron: CBS
Levensverwachting: ouderen blijven langer gezond en actief
De levensverwachting van burgers in het algemeen stijgt van 81,71 jaar in 2022 naar meer dan 85 jaar in 2040. Er zijn verschillen te zien tussen mannen en vrouwen, waarbij mannen gemiddeld 83,68 jaar zullen worden en vrouwen 87,04. In 2070 is de verwachting dat de gemiddelde levensverwachting verder zal stijgen naar 89,27 jaar. Ook dan zullen de vrouwen gemiddeld ouder worden dan mannen. Volgens het RIVM hebben we in 2040 op 65-jarige leeftijd nog gemiddeld 14 jaar in goed ervaren gezondheid te gaan en 16 jaar zonder beperkingen. Daarnaast zal de levensverwachting zonder beperkingen voor zowel mannen als vrouwen toenemen. De levensverwachting zonder beperkingen neemt in die periode toe van 72,9 naar 77,1 jaar voor mannen (een toename van 4,3 jaar) en van 70,7 naar 74,9 jaar voor vrouwen (een toename van 4,2 jaar). Het gaat hier om beperkingen in het uitvoeren van activiteiten op het gebied van zien, horen en bewegen. De levensverwachting zonder beperkingen stijgt meer dan de totale levensverwachting.
Bron: CBS, Prognose periode-levensverwachting; geslacht en leeftijd, 2022-2070. (2022). RIVM, Verder kijken dan corona, over de toekomst van onze gezondheid, Trendscenario, Sterfte en levensverwachting. (2020). Trendscenario | Sterfte en levensverwachting | Volksgezondheid Toekomst Verkenning
Aantal 65-plussers groeit tot 2040 met 119.000
Het aantal ouderen gaat fors toenemen. Kijken we naar de bevolkingscijfers van 2021 en zetten we die af tegen prognosecijfers over 2040, dan zien we dat de provincie Utrecht in 2021 236.000 inwoners van 65 jaar en ouder telt (17% van de totale bevolking) en in 2040 naar schatting 355.000 inwoners (25% van de totale bevolking), een netto stijging van 119.000. De stijging van het aandeel ouderen zal niet in iedere Utrechtse gemeente even sterk zijn. Het aandeel 65-plussers zal tussen 2021 en 2040 naar verwachting het sterkst groeien in Lopik (van 18% naar 32%), IJsselstein (van 18% naar 30%), Houten (van 16% naar 27%) en Wijk bij Duurstede (van 21% naar 32%). Daarmee treedt er een verschuiving op in de gemeenten met het hoogste aandeel 65-plussers nu en in 2040. Wonen in 2021 nog relatief de meeste ouderen in Baarn, De Bilt en Utrechtse Heuvelrug (alle drie 24%), in 2040 zijn dat Lopik (32%), Wijk bij Duurstede (32%), Leusden (31%) en De Ronde Venen (31%). Gemeenten met relatief het laagste aandeel 65-plussers zijn zowel in 2021 als in 2040 Utrecht (11% - 20%) en Amersfoort (15% - 23%). [Bron: CBS]
Prognose aandeel ouderen met een migratieachtergrond
Prognosecijfers over hoeveel inwoners van 65 jaar of ouder in 2040 een migratieachtergrond hebben zijn momenteel nog niet voor alle gemeenten voorhanden. Voor de gemeenten waar wel cijfers over bekend zijn, zien we vooral relatief hoge verwachte aantallen ouderen met een niet-westerse migratieachtergrond in de gemeenten Amersfoort (circa 4.500), Nieuwegein (circa 1.800) en Veenendaal en Zeist (ieder circa 1.500). Het aandeel 65 jaar of ouder met een migratieachtergrond is dan het hoogst in de gemeente IJsselstein (17%), Nieuwegein (17%), Veenendaal (16%) en lager in de gemeente Eemnes en Bunnik (ieder 9%). [Bron: CBS]
Vooral vergrijzing in kleinere gemeenten voorzien
Volgens het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) zal overal in Nederland vergrijzing plaatsvinden, maar aan de randen van Nederland zal dit sneller gaan dan in de Randstad. De verwachting is dat de regionale verschillen eerst groter zullen worden en daarna weer afnemen. De huidige verschillen in de mate van vergrijzing hangen samen met de mate van verstedelijking. Hoe groter en meer verstedelijkt een gemeente is, hoe lager het aandeel ouderen. Naar verwachting zal in 2035 29% van de inwoners van een kleinere gemeente 65 jaar of ouder zijn, tegenover ongeveer 20% in de grote steden. Grote steden vergrijzen maar licht, middelgrote gemeenten vergrijzen wat meer en kleinere gemeenten vergrijzen sterk. Deze trend zal zich volgens het PBL doorzetten tot 2035. Na 2035 zullen de verschillen tussen gemeenten van uiteenlopende grootte kleiner worden. Dit komt doordat in de grote en middelgrote steden het aandeel 65plussers nog verder stijgt, terwijl dit aandeel in de kleinere gemeenten stabiliseert of enigszins afneemt. Van de vier grote steden in Nederland is Utrecht (stad) momenteel het minst vergrijsd. Utrecht zal ook in 2035 nog steeds de minst vergrijsde grote gemeente zijn, met 17% 65-plussers, tegenover ongeveer 20% in andere grote steden.
Bron: PBL/CBS, Regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2022-2050. (2022)
Meer oudere ouderen in toekomst (dubbele vergrijzing)
Kijken we iets preciezer naar de groei van het aantal 65-plussers in de toekomst, dan kunnen we ook een aantal subgroepen onderscheiden. Het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) voorspelt bijvoorbeeld een algehele sterke toename van het aantal 80-plussers in de toekomst en noemt dit de ‘dubbele vergrijzing’: er komen én meer ouderen én deze zijn van een ‘oudere’ leeftijd. Het instituut schat dat het aandeel 80-plussers in Nederland in 2050 tussen de 8% en 13% uitkomt. (NIDI, 2021) De tabel geeft een beeld van het aantal ouderen per leeftijdsgroep in de komende decennia binnen de provincie. Volgens deze prognose zijn er in 2040 114.700 inwoners van 80 jaar of ouder. [Bron: CBS]
In de databank vindt u onder andere de indicatoren:
- huishoudens totaal
- prognose huishoudens 2040
- eenpersoonshuishoudens
- eenouderhuishoudens
- meerpersoonshuishoudens met kinderen
- meerpersoonshuishoudens zonder kinderen
- huishoudens overig