Bevolkingssamenstelling
Huishoudengrootte in 2020 in provincie Utrecht iets bovengemiddeld
In 2020 bestaat een gemiddeld huishouden in Nederland uit 2,14 personen. Voor de provincie Utrecht ligt dit net iets hoger, namelijk op 2,19. Gemeenten waar dit gemiddelde het hoogst is, zijn Bunschoten (2,58), Woudenberg en Lopik (beide 2,54). Relatief het minst aantal personen per huishouden zijn er in 2020 in de gemeente Utrecht (1,95), Baarn en Zeist (beide 2,14). Voor de provincie Utrecht en Nederland totaal geldt dat er een afname te zien is van de gemiddelde huishoudengrootte tussen 1995 en 2020. Binnen de provincie Utrecht zijn er twee gemeenten waar de gemiddelde huishoudengrootte juist toenam in deze periode: de gemeente Utrecht ging van een gemiddelde huishoudengrootte van 1,87 in 1995 naar 1,95 in 2020 en de gemeente De Bilt, deze ging in deze periode van 2,19 naar 2,20 personen per huishouden. [Bron: CBS]
Aantal huishoudens neemt toe, de grootte neemt af
Op 1 januari 2021 telde Nederland 8,04 miljoen huishoudens. Volgens de huishoudensprognose van het CBS zal dit aantal stijgen naar bijna 8,88 miljoen in 2035 en 9,25 miljoen in 2050. Het aantal huishoudens neemt naar verhouding sneller toe dan het aantal inwoners, doordat de gemiddelde huishoudensgrootte daalt. In 1995 bestond een huishouden nog uit gemiddeld 2,35 personen, in 2021 is dat 2,14 personen. De prognose veronderstelt een verdere daling naar 2,09 personen in 2035 en tot 2,08 personen in 2050. Dit is het gevolg van de voortgaande individualisering en van vergrijzing. In de periode tussen 2021 en 2035 voorziet de prognose in bijna heel Nederland een groei van het aantal huishoudens. In een groot deel is de huishoudensgroei 10 procent of meer. In de provincie Utrecht zal het aantal huishoudens naar verwachting groeien met 15,23%. Tussen 2035 en 2050 zal de sterkte van de groei iets afnemen, maar nog steeds 7,06% bedragen. Dit komt niet alleen door een verwachte lagere bevolkingsgroei, maar ook doordat de gemiddelde huishoudensgrootte dan nog nauwelijks zal afnemen. Op gemeenteniveau komt eenzelfde beeld naar voren: een toename van het aantal huishoudens. In het westen van het land wordt zowel in de (grote) steden als in de randgemeenten een sterke groei van het aantal huishoudens verwacht.
Bron: PBL/CBS, Regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2022-2050. (2022)
Vooral groei van vrouwelijke, seniore eenpersoonshuishoudens verwacht
Het CBS voorspelt dat de sterkste groei van huishoudens zal plaatsvinden in het aantal eenpersoonshuishoudens in heel Nederland. (CBS, 2015). Het aandeel seniore vrouwen dat alleen woont blijft dat van seniore mannen sterk overstijgen. Het aantal alleenwonende vrouwen van 65 jaar of ouder zal volgens de prognose groeien van 655 duizend in 2015 naar bijna 1,2 miljoen in 2050 in heel Nederland. Het aantal alleenwonende mannen in die leeftijdscategorie groeit in die periode naar verwachting van 260 duizend naar 650 duizend. In 2015 waren in deze leeftijdscategorie vier op de tien vrouwen alleenwonend en bijna twee op de tien mannen. Naar verwachting wonen in 2050 bijna vijf op de tien vrouwen van 65 jaar of ouder alleen, tegen drie op de tien mannen in deze leeftijdsgroep. Bewoners van een verzorgings- of verpleeghuis zijn in deze tellingen niet meegenomen. [Bron: CBS, 2016]
Relatief hoge grijze druk in Utrechtse Heuvelrug, De Bilt en Baarn
De leeftijdsopbouw in een gebied zegt iets over de mate waarin er arbeidspotentieel is, er voorzieningen moeten zijn voor kinderen (onderwijs, zorg) en ouderen (zorg, woningbouw). Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) noemt de continue vergrijzing één van de belangrijkste structurele trends op dit moment. Met name de kleinere gemeenten in de provincie Utrecht zullen hier in toenemende mate mee te maken krijgen. De grijze druk is de verhouding tussen het aantal 65- plussers ten opzichte van de zogenaamde ‘productieve’ leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar. De grijze druk is binnen de provincie Utrecht relatief hoog in de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, De Bilt en Baarn. [Bron: CBS] staatvanutrecht.databank.nl
Relatief hoge groene druk in Woudenberg en Renswoude
De groene druk is de verhouding tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar ten opzichte van de personen in de zogenaamde ‘productieve’ leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar. De groene druk geeft aan in hoeverre er in een gebied jongeren zijn die, theoretisch gesproken, onderhouden moeten worden door de werkenden (20 tot 65 jaar) in een populatie. De groene druk van de provincie Utrecht (38%) ligt in 2022 iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde (36%). In de gemeenten Woudenberg en Renswoude (48%) is de groene druk relatief het hoogst, en in de gemeenten Utrecht (32%) en Nieuwegein (35%) het laagst.
In de demografische druk worden de grijze en groene druk bij elkaar opgeteld. Dat geeft dan de verhouding weer tussen het aantal personen van 0 tot 20 jaar samen met het aantal 65-plussers ten opzichte van de personen in de zogenaamde ‘productieve’ leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar. De demografische druk is in 2022 het hoogst in de gemeente De Bilt (91%), Utrechtse Heuvelrug (89%), Bunnik (88%) en het laagst in de gemeente Utrecht (48%) en Amersfoort (65%). [Bron: CBS] staatvanutrecht.databank.nl
Burgerlijke staat: beneden gemiddeld aandeel gescheiden- en verweduwde inwoners in provincie Utrecht in 2022
Gemiddeld in de provincie Utrecht is, van alle inwoners van 15 jaar of ouder, 42% ongehuwd, 44% gehuwd, 9% gescheiden en 5% verweduwd. Onder ‘gehuwd’ worden zowel degenen begrepen die een huwelijk zijn aangegaan als een geregistreerd partnerschap. ‘Gescheiden’ wordt opgevat als een ontbinding van zowel een huwelijk als geregistreerd partnerschap. Vergelijken we bovenstaande gemiddelden met die voor heel Nederland dan valt op dat er in de provincie Utrecht relatief minder gescheiden (8,5% in Utrecht ten opzichte van 9,3% in Nederland) - en verweduwde inwoners zijn (5,1% in Utrecht ten opzichte van 5,8% in heel Nederland). De provincie kent iets meer ongehuwden dan Nederland totaal (42,1% ten opzichte van 40,1%). Relatief veel ongehuwden wonen in de twee grootste steden van de provincie, gemeente Utrecht (58,3%) en Amersfoort (40,9%), relatief weinig in Bunschoten (29,5%), Renswoude (30,8%) en Woudenberg (31,5%). Relatief veel gescheidenen wonen in de gemeenten Eemnes (11,1%) en Baarn (10,7%), relatief weinig in Bunschoten (5,8%), Renswoude (6,0%) en Woudenberg (6,4%). Verweduwden wonen er binnen de provincie Utrecht relatief veel in De Bilt (7,6%), Utrechtse Heuvelrug (7,3%) en Baarn (7,2%) en relatief weinig in de gemeente Utrecht (3,1%), Renswoude en Houten (beide 4,5%). [Bron: CBS]
Relatief laag aantal eenouderhuishoudens in provincie Utrecht
Van alle huishoudens in Nederland is in 2022 7,3% een eenouderhuishouden. Dit is een kleine procentuele groei ten opzichte van 2017 toen het 7,2% was. In de provincie Utrecht is het percentage eenouderhuishoudens lager dan landelijk gemiddeld, namelijk 6,7%. Provincies met een groot aandeel eenouderhuishoudens zijn Flevoland (10,1%), Zuid-Holland (8,4%) en Noord-Holland (8,0%). Kijken we naar de percentages binnen de provincie Utrecht, dan zien we dat er relatief weinig eenouderhuishoudens zijn in de gemeente Renswoude (4,8%) en Bunnik (5,5%). Relatief veel eenouderhuishoudens zijn er in 2022 in de gemeente IJsselstein (8,6%), Nieuwegein en Eemnes (beide 8,0%). Onderzoek tussen 2002 en 2020 laat zien dat voor de meeste kinderen geldt dat zij niet hun hele jeugd in een eenouderhuishouden woonden. Volgens het CBS heeft de helft van de kinderen maximaal zes jaar met hun alleenstaande ouder gewoond, 30% korter dan drie jaar. Ongeveer één op de honderd kinderen heeft tijdens hun jeugd nooit een andere huishoudenssituatie dan met één ouder meegemaakt.
Bron: CBS (2020)
In de databank vindt u onder andere de indicatoren:
- Leeftijd (absoluut, relatief naar gemeente, relatief naar provincie)
- Aantal 0 tot 5 jarigen
- Aantal 6 tot 10 jarigen
- Aantal 11 tot 15 jarigen
- Aantal 16 tot 20 jarigen
- Aantal 21 tot 25 jarigen
- Aantal 26 tot 30 jarigen
- Aantal 31 tot 35 jarigen
- Aantal 36 tot 40 jarigen
- Aantal 41 tot 45 jarigen
- Aantal 46 tot 50 jarigen
- Aantal 51 tot 55 jarigen
- Aantal 56 tot 60 jarigen
- Aantal 61 tot 65 jarigen
- Aantal 66 tot 70 jarigen
- Aantal 71 tot 75 jarigen
- Aantal 75 plus
- Groene druk
- Grijze druk
- Totale druk (groen + grijs)
Meer weten?
PBL. 2018. Regionale ontwikkelingen in het aantal potentiële helpers van ouderen tussen 1975 en 2040