Overslaan en naar de inhoud gaan
Logo Staat van Utrecht; naar homepagina van Staat van Utrecht
Hoofdnavigatie
  • Home
  • Thema's
  • Databank
  • Specials
  • Over Staat van Utrecht
  • Zoeken
  • Default
  • Hoog contrast

Kruimelpad

  1. Home
  2. Thema's
  3. Burgerschap en participatie
  4. Participatie en cohesie

Participatie en cohesie

Bijna een op de drie 65-plussers doet vrijwilligerswerk

31% van alle 65-plussers in de provincie Utrecht doet in 2020 aan vrijwilligerswerk. Dat is iets meer dan de groep 18- tot 64-jarigen (28%). Relatief veel inwoners doen aan vrijwilligerswerk in de gemeenten Woudenberg (39,3%), Montfoort (38,4%) en Renswoude (37,7%). Relatief weinig inwoners doen vrijwilligerswerk in de gemeenten Utrecht (25,3%), Vijfheerenlanden (25,4%) en Nieuwegein (25,9%). Als we kijken naar het soort vrijwilligerswerk dat ouderen doen, dan zien we in heel Nederland dat werken voor een sportvereniging afneemt met het vorderen van de leeftijd (van 11,7% door Nederlanders gemiddeld, naar 7% van de 65- tot 75-jarigen, tot 4,1% van de 75-plussers). Daarentegen zijn 75-plussers juist naar verhouding het meest actief voor hobbyverenigingen. 4,9% van hen doet daar vrijwilligerswerk voor, tegenover 3,9% van de Nederlandse volwassenen gemiddeld.

Aandeel 65-plussers dat vrijwilligerswerk doet (2020)

Amersfoort

28,4%

Baarn

35%

Bunnik

37,3%

Bunschoten

36,6%

De Bilt

28,5%

De Ronde Venen

31,4%

Eemnes

36,7%

Houten

32,8%

IJsselstein

28,8%

Leusden

33,3%

Lopik

32,5%

Montfoort

38,4%

Nieuwegein

25,9%

Oudewater

37,4%

Renswoude

37,7%

Rhenen

33,2%

Soest

30,5%

Stichtse Vecht

29,6%

Utrecht

25,3%

Utrechtse Heuvelrug

32,7%

Veenendaal

32,4%

Vijfheerenlanden

25,4%

Wijk bij Duurstede

30,7%

Woerden

32,1%

Woudenberg

39,3%

Zeist

29,6%

Totaal

30,8%

Bron: CBS

Bron: SCP (2021), Vier typen gemeenten. Een laagdrempelig instrument om de belangrijkste verschillen tussen gemeenten een plek te geven in SCP-onderzoek.  

Vrijwilligerswerk en verenigingsleven in de sport onder druk

Ondanks dat sport altijd de grootste ‘vrijwilligerssector’ is geweest, komt volgens het RIVM het vrijwilligerswerk in de sport onder druk te staan. Zij wijt dit aan de behoefte aan flexibiliteit die niet alleen door de sporter gewenst wordt, maar ook door de vrijwilligers. Vrijwilligerswerk wordt steeds meer gedaan als we het flexibel kunnen invullen en als het past bij onze interesses.  Daarnaast hebben de veranderingen in onze samenleving, zoals individualisering, vergrijzing en nieuwe vormen van sportaanbod, een mogelijke impact op de nederlandse sportverenigingen en het daarbij horende verenigingsleven. Sinds 2003 is het aantal sportverenigingen in Nederland met meer dan tien procent gedaald en in 2019 is door het Mulier Instituut vastgesteld dat een vijfde van de Nederlandse sportverenigingen kwetsbaar is voor de toekomst, waardoor een verdere daling van het aantal verenigingen is te verwachten. Ongeveer vier op de tien sportverenigingen in Nederland maken zich nauwelijks zorgen om het voortbestaan van de vereniging en zien de toekomst van hun vereniging (zeer) zonnig in (44%). Bijna de helft van de verenigingen (45%) ziet de toekomst niet positief in, maar is ook niet somber. De meeste van deze verenigingen geven aan uitdagingen te zien voor het voortbestaan van de vereniging, maar verwachten dat ze de uitdagingen aankunnen. Kleine verenigingen (≤ 100 leden, 15%), met binnensporten (12%) en zonder eigen accommodatie (16%) zijn het vaakst negatief over hun toekomst. Het aandeel sportverenigingen dat de toekomst van de vereniging negatief inziet is de afgelopen tien jaar bijna verdubbeld (van 6% in 2009 naar 11% in 2019).

Bron: www.mulierinstituut.nl/onderzoeksthemas/aanbieders/toekomstbestendigheid-sportverenigingen, RIVM (2018); Toekomstverkenning sport, Trendscenario

WhatsApp-buurtpreventie blijft groeien

Onderzoek naar WhatsApp-buurtpreventiegroepen laat zien dat deze vooral een bijdrage leveren aan de sociale cohesie van de buurt. Buurtbewoners leren elkaar beter kennen via de WhatsAppgroepen en krijgen meer contact met elkaar. Dit kan uitmonden in zowel digitale spin-offs (zoals facebookgroepen) als initiatieven zoals buurtbarbecues. Daarnaast kunnen de WhatsApp-buurtgroepen volgens de onderzoekers een positieve bijdrage leveren aan de verbinding tussen buurtbewoners en de politie. Volgens de website WABP blijft WhatsApp Buurtpreventie groeien in Nederland. Halverwege 2021 hebben 9.000 groepen zich geregistreerd via deze site. Wanneer je uitgaat van 70 deelnemers per groep (als naar eigen zeggen een zeer voorzichtige inschatting aan de hand van een peiling onder beheerders) hebben we het over 630.000 Nederlanders die hun buurt veiliger maken middels de Buurt WhatsApp.

Bron: https://www.wabp.nl/?s=provincie (geraadpleegd 19 juli 2021), Politie & Wetenschap (2018); Doe-het-zelfsurveillance. Een onderzoek naar de werken en effecten van WhatsApp-buurtgroepen. 

Energietransitie: nieuwe vormen van bewonersparticipatie

In buurten waar veel dezelfde (koop)woningen staan, kan het lucratief zijn om samen verduurzamingsactiviteiten te starten. Als groep bewoners kun je samen in zee gaan met leveranciers van zonnepanelen, warmtepompen en dergelijke om zo een gunstigere prijs te krijgen. Een neveneffect van de transitie is dan ook dat (buurt)bewoners zich in toenemende mate organiseren ten behoeve van een beter milieu. Een stap verder in deze vorm van bewonersparticipatie is de vorming van zogenaamde energiecoöperaties, die samen opgeslagen elektriciteits- of warmteoverschotten herverdelen. Bewoners raken op deze nieuwe manier verweven met elkaar, en minder met ‘de overheid’ als eindverantwoordelijke producent, zoals vroeger.

Bron: Staat van Utrecht (2019) Energietransitie in de provincie Utrecht

Mantelzorg

Relatief veel zwaar belaste oudere mantelzorgers in provincie Utrecht

In 2016  (Op moment van schrijven zijn geen actuelere cijfers beschikbaar. Deze worden in de 2e helft van 2021 verwacht) is 14,2% van de Nederlanders (vanaf 19 jaar) mantelzorger, een percentage dat sterk overeenkomt met dat van de provincie Utrecht (14,1%). Gekeken naar het aantal uur dat mantelzorgers gemiddeld zorg verlenen, valt op dat Utrechters het laagste uitkomen van alle Nederlanders met een gemiddelde van 9,4 uur per week. De meeste mantelzorguren worden gemiddeld gegeven door inwoners uit Flevoland (14,5 uur per week). Waar het gaat om ‘zwaar belaste mantelzorgers’ geldt bijna voor heel Nederland dat de leeftijdsgroep van 19-65 jaar zich gemiddeld zwaarder belast voelt dan de groep mantelzorgers van 65 jaar en ouder. Echter geldt dit niet voor mantelzorgers in Utrecht. Bij hen is de groep die zich zwaarbelast voelt groter onder de 65-plussers (15,9%) dan onder de 19-65 jarigen (14,4%). 

Bron: CBS (2020): 55-plussers over mantelzorg krijgen. (Statistische Trends), SCP (2020): Blijvende bron van zorg. Ontwikkelingen in het geven van informele hulp 2014-2019.

 

Mantelzorg: aantal en belasting naar provincie (2016)

 

Mantel-zorger

Mantel-zorger

Mantel-zorger

Zwaar belaste mantel-zorgers

Zwaar belaste mantel-zorgers

Zwaar belaste mantel-zorgers

 

Totaal

19 tot 65 jaar

65 jaar of ouder

Totaal

19 tot 65 jaar

65 jaar of ouder

 

%

%

%

%

%

%

Groningen

13,3

13,1

14,2

13

13,5

11,7

Friesland

13,9

13,5

14,9

11,9

12,5

10,4

Drenthe

14,6

14,9

13,9

18,1

18,2

17,8

Overijssel

15,5

15,7

14,8

12,1

12,2

11,5

Flevoland

14,3

14,2

14,7

16,3

16,3

16,1

Gelderland

14,7

14,7

14,8

13,6

13,7

13,1

Utrecht

14,1

13,6

16,1

14,7

14,4

15,9

Noord-Holland

12,2

11,7

14,4

15,1

15,4

14,4

Zuid-Holland

13

12,6

14,5

15,4

15,7

14,6

Zeeland

18,9

19,8

16,8

11,2

11,1

11,5

Noord-Brabant

16,2

16

16,6

13,8

14,3

12,4

Limburg

16,2

16,2

16,2

13,7

13,8

13,6

Nederland

14,2

14

15,2

14,2

14,4

13,6

* Mantelzorger: In deze definitie is een mantelzorger iemand die minimaal drie maanden mantelzorg verleent of minimaal 8 uur per week zorg verleent. Het betreft hier personen vanaf 19 jaar.

Bron: GGD, RIVM, CBS

Mantelzorg: ook toenemende vraag hulp bij psychische en psychosociale problemen

In 2019 ontvangt 10% van de 55-plussers in Nederland mantelzorg. Met het vorderen van de leeftijd neemt het percentage mantelzorgontvangers toe tot bijna een kwart van de 75-plussers. In de toekomst zal volgens het CBS de mantelzorg een nog belangrijker onderdeel gaan uitmaken van de zorgverlening in de vergrijzende Nederlandse samenleving. Geschat wordt dat bij de 75-plussers tussen 2018 en 2040 het aantal mantelzorgontvangers met ongeveer 70% zal toenemen tot 390.000. Naast de toename van het aantal ouderen dat mantelzorg nodig zal gaan hebben, is er ook sprake van toename aan mantelzorg-vraag bij mensen met psychische of psychosociale problemen. Mantelzorgers die aan deze groep ondersteuning biedt lopen een groot risico op overbelasting doordat zij vaak helpen omdat er niemand anders beschikbaar is (het netwerk van personen met een psychisch probleem is vaak klein) en hulpbehoevenden vaak alleen door hen geholpen willen worden.

55-plussers die momenteel nog geen mantelzorg ontvangen zijn gevraagd naar hun eventuele behoeften in de toekomst op dit gebied. 50% geeft aan graag de hulp te krijgen van een bekende als het gaat om huishoudelijke taken, zoals schoonmaken en boodschappen doen. Waar het gaat om persoonlijke verzorging zou 40% graag een bekende vragen en waar het gaat om medische verzorging 33%. De overigen zien liever dat iemand anders deze taken uitvoert, zoals een medewerker van de thuiszorg, een vrijwilliger of particuliere hulp.

Bron: CBS (2020): 55-plussers over mantelzorg krijgen. (Statistische Trends), SCP (2020): Blijvende bron van zorg. Ontwikkelingen in het geven van informele hulp 2014-2019

Sociale Kracht Monitor: Totaalscore participatie

De Sociale Kracht Monitor (SKM) meet op basis van representatieve enquêtes de mate waarin inwoners tevreden zijn over diverse aspecten van hun leefsituatie en leefomgeving. Het onderwerp participatie wordt gemeten aan de hand van vragen over werk, opleiding, mantelzorgactiviteiten, burenhulp en vrijwilligerswerk. Voor de deelnemende gemeenten gemiddeld is er in de periode 2019-2020 een score van 7,8 berekend op het gebied van participatie. Bovengemiddeld scoort de gemeente Houten met een 8,2. Ondergemiddeld scoren de gemeenten Nieuwegein (7,4) en Stichtse Vecht (7,6).

    Sociale Kracht Monitor (SKM) Totaalscore participatie

     

    2017

    2018

    2019

    2020

    De Bilt

    7,5

     

    7,8

     

    De Ronde Venen

     

    7,6

     

    7,8

    Houten

     

    8,2

    8,0

    8,2

    Nieuwegein

     

    6,9

     

    7,4

    IJsselstein

    7,6

     

    7,9

     

    Zeist

    8,0

     

    7,7

     

    Woerden

     

    8,0

     

    7,8

    Stichtse Vecht

     

    7,5

     

    7,6

    Vijfheerenlanden

     

    6,4

     

    7,7

    Regio Utrecht (*)

     

    7,5

     

    7,8

    Bron: Dimensus (2021) (*) Op basis van deelnemende gemeenten SKM

    Databank

    In de databank vindt u ondere andere de indicatoren:

    • SKM indicator participatie
    • SKM indicator sociale cohesie
    • SKM indicator eigen toezicht
    • SKM indicator buurttoezicht
    • SKM indicator feitelijke inzet
    • % vrijwilligerswerk

    Meer weten?

    www.waarstaatjegemeente.nl

    Dimensus. 2019. Sociale Kracht Monitor 2017-2018

    Submenu Thema's
    • Burgerschap en verkiezingsopkomst
    • Participatie en cohesie

    Volg ons op