Mobiliteit in de provincie
De bereikbaarheid en de daarbij behorende infrastructuur speelt in onze samenleving een steeds crucialere rol. Dit geldt niet alleen voor het economisch functioneren van de samenleving. Mensen besteden gemiddeld circa 60 à 70 minuten reistijd aan hun dagelijkse verplaatsingen ten behoeve van school, werk, sport en dergelijke en willen graag dat economische centra en maatschappelijke voorzieningen goed bereikbaar zijn. Al die mobiliteit heeft ook een keerzijde. Er zijn naast positieve ook nadelige effecten op de gezondheid en op de aantrekkelijkheid en de kwaliteit van de leefomgeving. Teveel mobiliteit zet de bereikbaarheid van onder andere de economische centra onder druk.
Maatschappelijke opgaven
- Door bevolkingsgroei en economische bloei neemt de mobiliteit in de provincie toe. Hoe zorgen we dat ook de economische kerngebieden en toplocaties als het Utrecht Science Park, goed ontsloten blijven?
- Welke (innovatieve) oplossingen dragen bij aan een betere bereikbaarheid en verkeersveiligheid en aan duurzame en schone mobiliteit?
- Door de toename van de mobiliteit komt ook het leefklimaat onder druk te staan. Hoe zorgen we voor een goed evenwicht in het ruimtebeslag voor mobiliteit en de leefomgevingskwaliteiten?
Door de groei van de bevolking en de economie is er ook mobiliteitsgroei. Uit onderzoek blijkt dat in de ochtend- en avondspits samen bijna 6.000 van de in totaal 138.000 ritten meer dan 50% vertraging heeft.(i) In de economische kerngebieden ligt dit cijfer nog hoger. De algehele filedruk in Nederland neemt toe; in 2015 met 20% en in 2016 met 12%, in de regio Utrecht in 2015 zelfs met 35%.(ii) Volgens de Verkeersinformatiedienst was er in Nederland in 2016 11,3% meer file dan in 2015.
(i)Bereikbaarheidsanalyse Beter Benutten Vervolg Midden Nederland. (ii) ww.anwb.nl (nieuwsberichten).
De provincie Utrecht heeft een unieke positie omdat het centraal in het netwerk ligt van de kennisregio’s Amsterdam, Utrecht, Delft/Rotterdam, Wageningen en Eindhoven. Het wegennetwerk in de provincie kent een hoge dichtheid en het aanbod van treindiensten is hoog. Utrecht wordt ook wel de draaischijf genoemd van het verkeer en vervoer in heel Nederland. Ook de (logistieke) verbinding met Europa en de rest van de wereld kan goed genoemd worden; Utrecht maakt deel uit van een netwerk van hoogwaardige internationale verbindingen van wegen, spoorwegen en luchtvaart met de mainport Schiphol op een half uur reisafstand. Voor zowel burgers als bedrijven en organisaties is het belangrijk om Utrecht goed bereikbaar te houden voor lokaal, regionaal en (inter)nationaal verkeer.
De Utrechtse weginfrastructuur heeft zowel een belangrijke regionale als nationale functie omdat zij fungeert als poort naar de Randstad vanuit grote delen van Nederland. Elke dag reizen veel mensen van, naar en door de provincie. Er komen relatief meer reizigers met een hoger besteedbaar inkomen naar de provincie Utrecht. Reizigers met hogere inkomens leggen gemiddeld ook een langere afstand af om in Utrecht op de plaats van bestemming te komen.(i)
(i) Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OVIN), 2015.
Het Daily Urban System is het regionaal stedelijk gebied waarbinnen de dagelijkse activiteiten en verplaatsingen zich afspelen. Binnen dit Daily Urban System wordt gekeken naar woon-, werk- en voorzieningenfuncties van een gebied, het aantal verplaatsingen, af te leggen kilometers en vervoerwijzen en de mate van doorstroming of congestie. Een goed multimodaal regionaal netwerk is van wezenlijk belang voor een maximaal functionerend Daily Urban System en daarmee ook voor het economisch functioneren. Door de groei van bevolking en economie is sprake van mobiliteitsgroei van alle modaliteiten. Zowel voorzieningen voor openbaar vervoer als voor fiets en auto lopen echter tegen capaciteitsgrenzen aan en daardoor dreigt het gehele mobiliteitsnetwerk dicht te slibben. Om dit te voorkomen is het van belang alle vervoersmodaliteiten zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, zodat er maximale doorstromingskansen voor iedereen ontstaan. De meeste verplaatsingen vinden plaats op dit schaalniveau omdat de meeste inwoners het liefst binnen drie kwartier van hun werk of school willen wonen.
Niet alleen de mobiliteit in de stedelijke regio’s vraagt in toenemende mate om sturing en afstemming waar het de diverse modaliteiten betreft, dit geldt ook voor alle mobiliteit binnen de stadsgrenzen. Het binnenstedelijk deel van een deur-tot-deur reis is kwetsbaar omdat in het stedelijk gebied alles samenkomt; fietsverkeer, OV, autoverkeer, vrachtverkeer met laden en lossen, parkeren voor auto en fiets en voetgangers. De toenemende drukte heeft consequenties voor de verkeersveiligheid, de betrouwbaarheid van reistijden (van onder andere openbaar vervoer) en de kwaliteit van de openbare ruimte. Het voor- en natransport (first & last mile) is in toenemende mate de zwakste schakel van de deur-tot-deur reis. Aandachtspunten van professionals die zich met deze problematiek bezighouden zijn onder andere het verkennen van (effecten van) innovatieve oplossingen zoals zelfrijdende systemen, het aantrekkelijker maken van de omgeving en de beleving rondom het reizen. Wat dit laatste betreft wordt ook aandacht gegeven aan het veraangenamen en verkorten van overstaptijd rondom het OV. Het voor- en natransport en vooral het wachten en overstappen bij het openbaar vervoer wordt door reizigers negatiever gewaardeerd dan bijvoorbeeld de reistijd in de trein zelf.(i)
(i) PBL, Kansrijk Mobiliteitsbeleid, 2016.
(Elektrisch) fietsen kan voor afstanden tot pakweg 15 kilometer een goed alternatief zijn voor de auto en het openbaar vervoer. Het is daarom belangrijk dat werklocaties, middelbare scholen en knooppunten goed per fiets bereikbaar zijn. De groei van het aantal fietsers betekent echter ook iets voor veiligheid en comfort. Drukte op fietspaden in met name de stad en grotere snelheidsverschillen als gevolg van toenemend gebruik van elektrische fietsen, kunnen leiden tot een toename van onveilige situaties en fietsers die elkaar ‘in de weg zitten’. Registraties van ongevallen waarbij fietsers betrokken zijn vertonen de laatste jaren een stijgende lijn. Om het fietsgebruik verder te faciliteren zijn veiligheidsbevorderende voorzieningen nodig om zo te komen tot een regionaal fietsnetwerk dat voldoet aan de kwaliteitseisen van veilig, comfortabel en snel. Door de groei van het fietsgebruik vraagt ook het fietsparkeren bij OV-knooppunten (stations en bushaltes) om meer aandacht.
Verkeer heeft een grote invloed op de inrichting van de gebouwde omgeving. Niet alleen door het ruimtebeslag, maar ook via luchtvervuiling, geluidhinder en maatregelen die nodig zijn om de impact op inwoners te beperken.
- Zero Emissie Wagenpark OV provincie Utrecht: Door de Provincie Utrecht wordt bij de aanbesteding en het beheer van de OV-concessies stapsgewijs toegewerkt naar een zero-emissie wagenpark. In 2010 was Utrecht de eerste Nederlandse regio met een elektrische bus. Er rijden op dit moment 3 elektrische Zero Emissie bussen in de gemeente Utrecht. Sinds mei 2016 rijdt de gehele U-OV-vloot op GTL-brandstof (vloeibaar gemaakt aardgas). De tram tussen Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein rijdt op groene stroom. Ook de Uithoflijn tussen Utrecht Centraal en De Uithof zal op groene stroom gaan rijden. Bij de uitvoering van de nieuwe concessie streekvervoer en stadsdienst Amersfoort 2016-2023 zullen enkele elektrische bussen ingezet worden.
- Elektrisch autorijden: Sinds 2013 is het aantal elektrische auto’s in Nederland sterk gestegen. In de provincie Utrecht is het aantal zelfs in vier jaar tijd verveertienvoudigd. In 2016 heeft in de provincie Utrecht 1 op 86 inwoners een elektrische auto, in heel Nederland is dat 1 op 193. Het aantal laadpunten voor elektrische auto’s is sinds 2013 meer dan vervijfvoudigd. Er zijn in 2016 172 laadpunten per 100.000 inwoners.
- Elektrisch fietsen: De elektrische fiets is met een fikse opmars bezig. 16% van de Nederlanders bezit in 2015 een elektrische fiets en de verkoop van e-bikes neemt nog altijd toe. In 2015 werden 276.000 nieuwe e-bikes verkocht, dit was 28% van het aantal verkochte fietsen. In 2013 was dat 19%. In 2013 werd 12% van het totale aantal fietskilometers in Nederland met een elektrische fiets afgelegd.(i) De elektrische fiets heeft potentieel invloed op de keuze van vervoer en reisafstanden en maakt fietsen toegankelijk voor een grotere groep mensen. Onderzocht is dat in Utrecht door de elektrische fiets een verdubbeling van fietsgebruik haalbaar is voor de doelgroep die op reguliere basis 7,5-15 kilometer aflegt van thuislocatie naar bestemmingslocatie. Het aandeel van de elektrische fiets ligt voor deze afstand op 8%.(ii)
- Smart Solar Charging: De regio Utrecht wil 1.000 Smart Solar Charging-laadpunten realiseren. Dit zijn slimme laadpalen voor alle elektrische auto’s die zowel uit zon opgewekte elektriciteit kunnen laden als opslaan voor later gebruik, ook in huis. Ook mikken de initiatiefnemers en de 15 gemeenten (Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelruig, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist) om eveneens 1.000 elektrische deelauto’s en 10.000 gekoppelde zonnepanelen te realiseren.
(i) Www.fietsplatform.nl/fietsrecreatiemonitor/cijfers. (ii) Realisatieplan Fiets 2016-2020; Provincie Utrecht.
Mobiliteitsmanagement is gericht op het stimuleren van gedragsverandering wat betreft autogebruik en spitsmijden. Verschuiving van een deel van de mobiliteit naar een ander tijdstip van de dag draagt bij aan vermindering van de belasting in de spits en daarmee aan het vergroten van de bereikbaarheid. Verschuiving in het gebruik van de auto naar fiets draagt bovendien bij aan een verbetering van de luchtkwaliteit en gezondheid.
Goedopweg is een voorbeeld van een gedragsveranderingsprogramma dat de nadruk legt op maatregelen die de reiziger in staat stellen op een slimme manier snel op de plek van bestemming te komen. Een prognose die is opgesteld door Goedopweg geeft aan dat aan het einde van het eerste kwartaal 2018 er 10.400 spitsmijdingen per dag worden gerealiseerd.
In Nederland is in 2016 ten opzichte van 2015:
- Het aantal afgelegde voertuigkilometers per jaar met 3,1% toegenomen tot 69,9 miljard kilometers;
- De jaarfilezwaarte met 13,1% gestegen naar 11,6 miljoen kilometer minuten;
- Het aantal uren dat alle weggebruikers gezamenlijk extra hebben moeten reizen, gestegen met 10,6%.
Bron: Rijkswaterstaat (RWS); januari 2017