Burgerschap en verkiezingsopkomst
Opkomst Tweede Kamerverkiezingen 2021 - 2023
Op 17 maart 2021 en 22 november 2023 zijn er verkiezingen geweest voor de Tweede Kamer. In 2021 was het opkomstpercentage 78,7% in Nederland. In de provincie Utrecht lag deze iets hoger met 82,5%. In 2023 was de opkomst iets lager, met 77,8% landelijk en 81,5% in de provincie Utrecht. Als we op provinciaal niveau de opkomstpercentages van 2023 vergelijken met 2021 dan is te zien dat deze in vijf provincies iets hoger waren in 2023 dan in 2021. In zeven provincies was het opkomstpercentage lager. Vooral in Flevoland (-2,98 %-punt) en Zuid-Holland (-2,14 %-punt) was de opkomst een stuk lager.
Waar het opkomstverschillen tussen gemeenten betreft, zien we dat de opkomst in 2023 het meest is toegenomen in Wijk bij Duurstede (1,18 %-punt) en Bunschoten (0,73 %-punt). In 18 gemeenten is het opkomstpercentage gedaald. De grootste daling was te zien in De Bilt (-2,3 %-punt), Baarn (-2,06 %-punt) en Veenendaal (-1,98 %-punt).
Utrechters hebben relatief veel vertrouwen in Nederlandse overheid en provincie
Twee maanden voorafgaand aan de Provinciale Statenverkiezingen (januari 2023), is onderzoek gedaan onder Nederlanders naar vertrouwen in diverse bestuurslagen, en speciaal het eigen provinciebestuur. Ook is gekeken naar de bekendheid die men heeft met provinciale bestuurders.
Waar het gaat om vertrouwen hebben in de provincie als bestuurslaag, geldt dit voor 45% van alle Nederlanders. Dat is duidelijk meer dan het deel dat vertrouwen heeft in de (Nederlandse) overheid (36%), maar minder dan de eigen gemeente (60%). Voor inwoners uit de provincie Utrecht geldt dat zij het meeste vertrouwen voelen in de (Nederlandse) overheid (46%) van alle Nederlanders. Het minste vertrouwen in de (Nederlandse) overheid wordt gevoeld door Limburgers (25%). 51% van de Utrechters heeft vertrouwen in de provincie, wat bovengemiddeld is (45%). Inwoners uit Drenthe hebben relatief het meeste vertrouwen in de eigen provincie (57%), inwoners uit Flevoland het minst (36%).
Bekendheid met Commissaris van de Koning is lager in Utrecht dan gemiddeld
Waar het gaat om bekendheid met bestuurders van de provincie, zien we eveneens grote onderlinge verschillen. Gemiddeld in Nederland zegt 35% de Commissaris van de Koning uit de eigen provincie te kennen (al dan niet bij naam) en 19% een of meer gedeputeerden. Binnen de provincie Utrecht liggen beide cijfers iets lager: 29% kent de Commissaris van de Koning, 18% zegt gedeputeerden te kennen. Opvallend is dat in niet Randstedelijke provincies zoals Limburg, Friesland, Groningen en Drenthe de bekendheid met de eigen Commissaris van de Koning en gedeputeerden fors hoger ligt dan in Randstedelijke provincies zoals Noord- en Zuid-Holland en Flevoland.
In Utrecht heeft men meer dan gemiddeld vertrouwen in de eigen gemeente
Waar het gaat om vertrouwen hebben in de eigen gemeente, scoren inwoners van de provincie Utrecht relatief hoog (64%) ten opzichte van Nederlanders gemiddeld (60%). Alleen Overijssel scoort hoger (67%). In het hebben van vertrouwen in de bestuurslaag van de Europese Unie is de provincie Utrecht koploper in Nederland. 44% van de inwoners van de provincie Utrecht heeft hier vertrouwen in, ten opzichte van 37% landelijk gemiddeld. Inwoners van de provincie Drenthe hebben hier het minste vertrouwen in.
Bron: I&O Research, 2023
Vertrouwen in instituties en in mensen in het algemeen
Inwoners van de provincie Utrecht hebben in 2021 relatief meer vertrouwen in instituties (71,0%) dan Nederlanders in het algemeen (66,9%). Zij vormen daarmee de top in Nederland. Het minst vertrouwen in instituties hebben inwoners uit de provincie Limburg (61,7%). Onder instituties wordt hier verstaan: Tweede Kamer, politie en rechters.
Ook waar het gaat om vertrouwen in mensen in het algemeen, scoren inwoners van Utrecht (73,2%) het hoogst van alle provincies tezamen (66,3%). Voor de provincie Limburg geldt dat het vertrouwen in andere mensen gemiddeld het laagst is (59,6%).
Opkomst Provinciale Statenverkiezingen 2023: sterkste groei in Renswoude en Oudewater
Bij de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2023 zijn in de provincie Utrecht 655.813 stemmen uitgebracht op ruim 1.033.000 kiesgerechtigden. Het opkomstpercentage komt daarmee uit op 63,4%. Dit is 1,8 procentpunt méér dan in 2019 (61,6%). De sterkste toename in opkomstpercentage vond plaats in kleinere gemeenten zoals Renswoude (8,1 procentpunt) en Oudewater (7,2 procentpunt). In grote gemeenten zoals Utrecht (0,9 procentpunt) en Nieuwegein (0,6 procentpunt) is de relatieve groei in opkomst duidelijk lager. In de gemeente Veenendaal is een kleine daling in de opkomst te zien van 0,2 procentpunt. Het landelijke opkomstcijfer ligt op 58,3%.
Relatief lage provinciale uitgaven per inwoner in Utrecht
De Nederlandse provincies gaven in 2021 per hoofd van de bevolking tussen de 185 en 727 euro uit aan hun taken. Deze taakvelden betreffen onder andere openbaar vervoer, verkeer, natuur, milieu, water en ruimte. Het bedrag lag voor de provincie Utrecht relatief laag, namelijk op 340 euro. Alleen voor de provincies Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant lag het bedrag lager. Het CBS stelt dat dunner bevolkte provincies doorgaans meer uitgeven per inwoner dan dichter bevolkte provincies. Zo gaf de provincie Groningen (727 euro) vier keer meer per inwoner uit dan de provincie Noord-Holland (185 euro). De verschillen weerspiegelen volgens het CBS de relatief zware taak die de noordelijke provincies en Zeeland hebben op het terrein van wegenonderhoud, natuurbeheer en openbaar vervoer.
De taken van provincies en de rolverdeling met lokale en landelijke overheid wisselen per regio. Dit resulteert ook in verschillen in inkomsten, bijvoorbeeld in de vorm van bijdragen vanuit de Rijksoverheid. De provincies ontvangen een grootste deel van hun inkomsten uit het provinciefonds. De verdeling hierbij wordt bepaald door onder andere aantal inwoners, oppervlakte van de provincie, kilometers weglengte en de grootte van de watergebieden.
Sterke groei gemeentelijke opbrengsten per inwoner in provincie Utrecht
Gemeenten ontvangen inkomsten van burgers door tal van heffingen, belastingen, leges en dergelijke. Omdat iedere gemeente anders is, verschilt het totaalbedrag wat zij ontvangen. Zo zijn er gemeenten waar bijvoorbeeld juist relatief veel of weinig toeristenbelasting wordt geïnd of veel of weinig parkeerheffingsgelden binnenkomen. Als alle inkomsten bij elkaar worden opgeteld en dit totaal gedeeld wordt door het aantal inwoners van de gemeente, komt er een ‘opbrengstbedrag per inwoner’ naar voren. Dit bedrag mag niet verward worden met de gemeentelijke belastingen die bewoners maandelijks of jaarlijks aan de gemeente betalen.
Gemiddeld in Nederland is in 2023* het ‘opbrengstbedrag’ per inwoner voor een gemeente € 687 per jaar. Voor de provincie Utrecht ligt dit iets hoger, namelijk op € 691 per inwoner. De hoogste opbrengsten per inwoner, per gemeente, zijn er in de provincies Noord-Holland (€ 859) en Zeeland (€ 841), de laagste in de provincie Drenthe (€ 562). Vergeleken met 2022 geldt voor de provincie Utrecht dat er in 2023 sprake is van een groei van 7%. Dit is samen met Zuid-Holland de sterkste groei van alle provincies. In Fryslân was er de minste groei.
Groei gemeentelijke opbrengsten in de meeste Utrechtse gemeenten
Binnen de provincie Utrecht zijn gemeenten met hoge opbrengsten per inwoner in 2023* Utrecht (€ 961), Eemnes (€ 714) en Amersfoort (€ 705). Gemeenten met relatief lage opbrengsten zijn Bunschoten (€ 476), Renswoude (€ 477) en Leusden (€ 480). Van sterke groei in de opbrengsten (2023* ten opzichte van 2022) is sprake in de gemeenten Utrecht (11,4%), Eemnes (9,7%) en Oudewater (8,2%). In de gemeenten Renswoude (-5,9%) en Rhenen (-1,5%) was er sprake van een daling van de gemeentelijke opbrengsten per inwoner.
Opkomst gemeenteraadsverkiezingen (2022) afgenomen in alle Utrechtse gemeenten
De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022 is bij alle Utrechtse gemeenten lager uitgevallen dan in 2018. Vrij gering was het opkomstverschil in de gemeenten Bunnik (-0,1 procentpunt), Montfoort (-0,4 procentpunt) en Utrechtse Heuvelrug (-0,6 procentpunt). Relatief groot was het verschil in Veenendaal (-7,1 procentpunt), Bunschoten (-7,0 procentpunt) en Eemnes (-6,2 procentpunt). (We gebruiken hier ‘procentpunt’ in plaats van ‘procent’, omdat het gaat om een absoluut verschil tussen twee waarden die in procenten zijn uitgedrukt).
De opkomst bij de verkiezingen was in 2022 het grootst in Renswoude (70,7%), Woudenberg (67,9%) en Bunnik (66,6%) en het laagst in Nieuwegein (42,5%), IJsselstein (50,6%) en Vijfheerenlanden (52,6%). De gemiddelde opkomst in heel Nederland is 51,0%. Daarmee omvat de provincie Utrecht in dit jaar twee gemeenten die onder dit gemiddelde uitkomen en 24 gemeenten die boven dit gemiddelde uitkomen. De opkomst in de provincie is ten opzichte van heel Nederland, bovengemiddeld te noemen.
Vergelijken we de landelijke opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen uit 2022 (51,0%) met die uit zowel 2018 (55%) als 2014 (54%) dan zien we dat deze in dit jaar relatief laag genoemd kan worden. Kijken we naar de meer lange termijn-verschillen tussen 2014 en 2022 dan we zien dat in sommige gemeenten de opkomst in beide perioden sterk vergelijkbaar is (Amersfoort, Baarn, Soest), bij enkele gemeenten is er in 2022 sprake van een lichte stijging ten opzichte van 2014 (Leusden, Utrecht) en bij diverse gemeenten is er sprake van een daling (zoals Nieuwegein, Bunschoten, Veenendaal). Deze verschillen illustreren dat achterliggende oorzaken voor verminderde opkomst, per gemeente apart verklaard zouden moeten worden.
Databank
In de databank vindt u ondere andere de indicatoren:
- % opkomst verkiezingen Tweede Kamer
- % opkomst verkiezingen Provinciale Staten
- % opkomst verkiezingen Europees parlement
- % opkomst verkiezingen gemeenteraad
- SKM indicator participatie
- SKM indicator sociale cohesie
- SKM indicator eigen toezicht
- SKM indicator buurttoezicht
- SKM indicator feitelijke inzet
- % vrijwilligerswerk
Meer weten?
CBS. 2018. Trends in Nederland 2018
Politie en wetenschap. 2018. Doe-het-zelfsurveillance