In de Toekomstverkenning Sport van het RIVM wordt de verwachting uitgesproken dat het lidmaatschap van sportverenigingen in de toekomst verder gaat dalen. Nederlanders willen steeds meer individueel sporten of in een zelfgeorganiseerd groepsverband.1 Opvallend is dat sporten voor de gezondheid toeneemt gedurende de hele levensloop, terwijl sporten voor het plezier en de prestatie afneemt. Mensen willen zelf bepalen wanneer, waar en met wie zij sporten. Technologische ontwikkelingen zoals virtuele coaches en apps geven de autonome sporter feedback over de prestaties en conditie. Het aantal mensen dat individueel of in zelfgeorganiseerde groepen sport of beweegt, zal dan ook verder toenemen.2
Het SCP keek in de Rapportage Sport van 2018 onder andere naar de ontwikkeling in bodemgebruik voor sport ten opzichte van de bevolkingsgroei. De provincie Utrecht is de enige provincie waar de bevolking sterker is gegroeid dan het aantal hectaren sportterrein. Hiermee lijkt de druk op de sportruimte in de provincie toe te nemen.
De beweegnorm (zoals gehanteerd door de GGD) houdt voor volwassenen in dat zij tenminste vijf dagen per week minimaal 30 minuten per dag matig intensief bewegen. Kijken we naar het aandeel inwoners van de Utrechtse gemeenten dat hieraan voldoet (in 2016) dan zien we relatief hoge percentages in Bunnik (71,8%), Utrechtse Heuvelrug (68,0%) en De Bilt (67,7%). Relatief laag is het percentage in Rhenen (56,9%).
In de Utrechtse gemeenten Eemnes en Bunnik zijn in 2017 relatief de meeste inwoners lid van een sportvereniging (36,5% en 36,4%). Relatief de minste inwoners die lid zijn van een sportvereniging.
Voldoende bewegen leidt volgens wetenschappelijke inzichten tot gezondheidswinst. Voor mensen die van de auto op de fiets stappen, is de winst in levensverwachting door lichamelijke activiteit volgens onderzoekers gemiddeld veel groter (3-14 maanden) dan het mogelijke verlies door luchtverontreiniging (0,8-40 dagen) en verkeersongelukken (5-9 dagen).3 Ook is fietsen volgens onderzoekers goed voor de mentale gezondheid.4
% 19-65 jarigen goed ervaren gezondheid | % volwassenen voldoet aan | % 19-65 jarigen contact met riagg/ggz | |
---|---|---|---|
Amersfoort | 80,1 | 62,4 | 6 |
Baarn | 82,2 | 61,3 | 3 |
Bunnik | 86,2 | 71,8 | 4 |
Bunschoten | 82,7 | 62,1 | 3 |
De Bilt | 79 | 67,7 | 6 |
Eemnes | 83,3 | 65 | 4 |
Houten | 83,5 | 62,7 | 3 |
Ijsselstein | 80,3 | 59,7 | 5 |
Leusden | 81,9 | 65,2 | 3 |
Lopik | 82,7 | 59,4 | 2 |
Montfoort | 84,7 | 64,3 | 3 |
Nieuwegein | 75,4 | 65,7 | 5 |
Oudewater | 88,1 | 63,4 | 3 |
Renswoude | 87,9 | 59,3 | 2 |
Rhenen | 82,8 | 56,9 | 6 |
De Ronde Venen | 80,5 | 61,5 | 4 |
Soest | 81,1 | 61,7 | 4 |
Stichtse Vecht | 82,6 | 62,6 | 3 |
Utrecht | 81,2 | 63,5 | |
Utrechtse Heuvelrug | 83,2 | 68 | 7 |
Veenendaal | 80,2 | 64,3 | 7 |
Vianen | 79,2 | 61,4 | 3 |
Wijk bij Duurstede | 85,1 | 62,1 | 2 |
Woerden | 83,9 | 63,7 | 3 |
Woudenberg | 84,2 | 61,7 | 3 |
Zeist | 83,2 | 66,5 | 4 |
Bron: GGD Utrecht.
1 RIVM (2018); Toekomstverkenning sport, Trendscenario.
2 RIVM (2018); Toekomstverkenning sport, Trendscenario.
3 Tijdschrift vervoerswetenschap, maart 2013.
4 Hendriksen en Van Gijlswijk, 2010.