Er is een totaalscore berekend voor de mate van participatie, welke gebaseerd is op factoren zoals het doen van (vrijwilligers)werk of het volgen van een opleiding, actief zijn bij een vereniging of het deelnemen aan een re-integratietraject. Utrecht (8,5), Woerden (8,0) en Zeist (8,0) scoren hoog op de totaalscore participatie ten opzichte van de andere U10-gemeenten (7,6). Nieuwegein en (voormalig) Vianen scoren laag met respectievelijk een 6,9 en 6,1. In vergelijking met de vorige meting (2015-2016) zijn de scores, en daarmee de mate van participatie op verschillende vlakken samengenomen, in de Bilt en Bunnik toegenomen en Nieuwegein afgenomen.
Onderzoek naar WhatsApp-buurtpreventiegroepen laat zien dat deze vooral een bijdrage leveren aan de sociale cohesie van de buurt. Buurtbewoners leren elkaar beter kennen via de WhatsAppgroepen en krijgen meer contact met elkaar. Dit kan uitmonden in zowel digitale spin-offs (zoals facebookgroepen) als initiatieven zoals buurtbarbecues. Daarnaast kunnen de WhatsApp-buurtgroepen volgens de onderzoekers een positieve bijdrage leveren aan de verbinding tussen buurtbewoners en de politie.1
In buurten waar veel dezelfde (koop)woningen staan, kan het lucratief zijn om samen verduurzamingsactiviteiten te starten. Als groep bewoners kun je samen in zee gaan met leveranciers van zonnepanelen, warmtepompen en dergelijke om zo een gunstigere prijs te krijgen. Een neveneffect van de transitie is dan ook dat (buurt)bewoners zich in toenemende mate organiseren ten behoeve van een beter milieu. Een stap verder in deze vorm van bewonersparticipatie is de vorming van zogenaamde energiecoöperaties, die samen opgeslagen elektriciteits- of warmteoverschotten herverdelen. Bewoners raken op deze nieuwe manier verweven met elkaar, en minder met ‘de overheid’ als eindverantwoordelijke producent, zoals vroeger.
Ondanks dat sport altijd de grootste ‘vrijwilligerssector’ is geweest, komt volgens het ministerie van VWS het vrijwilligerswerk in de sport onder druk te staan. Zij wijt dit aan de behoefte aan flexibiliteit die niet alleen door de sporter gewenst wordt, maar ook door de vrijwilligers. Vrijwilligerswerk wordt steeds meer gedaan als we het flexibel kunnen invullen en als het past bij onze interesses.2
Uit de nieuwe meting van de Sociale Kracht Monitor (U10) blijkt dat er sprake is van een lichte daling van het aantal bewoners dat aan vrijwilligerswerk doet, van 43% in 2015 naar 42% in 2017. Ongunstig steken de gemeenten Nieuwegein (29%) en Utrecht (37%) hierbij af, gunstig de gemeenten De Bilt (50%) en Houten (48%).
In 2017 rekende voor het eerst minder dan de helft (49%) van de Nederlanders van 15 jaar en ouder zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering. De laatste cijfers uitgesplitst naar regio komen uit 2015, toen gaf 45% van de inwoners van de provincie Utrecht aan kerkelijk gezind te zijn. Hiermee ligt het aandeel kerkelijken lager dan het toenmalig landelijk gemiddelde van 50%.
Uit de nieuwe meting van de Sociale Kracht Monitor (U10) blijkt dat de score voor sociale cohesie in Stichtse Vecht (7,0) en in Bunnik (7,1) hoger ligt dan gemiddeld voor de U10-gemeenten (6,6). De gemeente Utrecht wijkt sterk af van het gemiddelde met een 5,6. De indicator sociale cohesie is onder meer gebaseerd op de mate van betrokkenheid in de buurt, meedoen aan activiteiten in de buurt en een oogje in het zeil houden als iemand langer van huis is. Gemiddeld in de U10-regio geeft 43% aan actief te zijn geweest in de buurt in het afgelopen jaar. Houten (58%) en Zeist (56%) scoren hoger dan gemiddeld en IJsselstein (22%) ruim lager. 27% van de U10-inwoners geeft aan in te toekomst zich zeker in te gaan zetten in de buurt.
1 Politie & Wetenschap (2018); Doe-het-zelfsurveillance. Een onderzoek naar de werken en effecten van WhatsApp-buurtgroepen.
2 RIVM (2018); Toekomstverkenning sport, Trendscenario.